Nieuws

Bietenresten tot in de puntjes gebruikt

Het meeste restafval van bieten, bietenpulp en -punten; grove deeltjes van de bietenpunt die vrijkomen bij het wassen van de bieten, wordt benut. Het meeste wordt omgezet in gas, de rest in meststof.

Voor het omzetten van restafval in gas en overige producten beschikt SuikerUnie/Green Energy over vergistingsinstallaties die pal naast de suikerfabrieken staan. Hoe het gehele proces van bietenpulp en –punt tot groen gas verloopt en hoe bacteriën daarin een forse hand helpen, is te lezen in Akker: Bietenresten vergisten met Aldert van der Veen.

Vergisting: gas en vloeibare reststof

De vergisters draaien voor 95% op bietenmateriaal. De overige 5 procent bestaat uit natte bijproducten als koffiedik en protamylasse; een dik vloeibaar nevenproduct dat vrijkomt bij de bereiding van aardappelzetmeel uit fabrieksaardappelen. Van der Veen legt uit dat na vergisting een vloeibare massa overblijft die wordt omgezet in een dunne en dikke fractie. 'Het moeten producten zijn die geen risico vormen voor het inslepen van plantenziekten, want het eindproduct – het digestaat – moet veilig terug kunnen naar het land'.

Overige toepassingen

Wat verder mogelijk is met bietenresten wordt onderzocht door Royal Cosun en Hoogland Gras en Groenvoeders Marrum B.V. In de factsheet COSUN: The Unbeatable Beet van Agentschap NL is te lezen over een bioraffinage-pilot waarbinnen de mogelijkheden zijn onderzocht om hoogwaardige vezels, speciale suikers, suikerzuren en oligosacchariden te winnen uit pulp. Daarop voortbordurend is/wordt onderzoek verricht naar toepassingen zoals: bouwstenen voor de chemische industrie (als furaandicarbonzuur), voeding, diervoeder, cosmetica, detergenten, coatings, composieten en polymeren.

Naast pulp is bietenblad een restproduct, dat meestal wordt ondergeploegd. Onderzocht is of raffinage meer oplevert. Het levert in elk geval fracties op met 'vezels, eiwitten en opgeloste componenten waarvan de opbrengstwaarden bepaald zijn'. Geconcludeerd wordt: 'Die waren niet hoger dan de waarde voor bodemverbetering door onderploegen'.


(Bron foto: Pixabay)