Nieuws

Daag student uit tot oprekken denkkader voeding

‘Studenten uitdagen hun denkkaders te verbreden, kennis te nemen van alternatieve zienswijzen, zonder die meteen aan de kant te zetten of te veroordelen’. Rondom dit leerdoel heeft LEI Wageningen UR een achtergronddocument voor docenten in het hoger onderwijs geschreven.

Het document is gericht op docenten die studenten bekend willen maken met de complexiteit en dynamiek van het voedselsysteem. Het overkoepelend leerdoel daarbij is om de door studenten zelf ontwikkelde verwachtingen en denkkaders op te rekken en te verruimen. De materie kan worden toegepast op –met name- derdejaars studenten van alle deeltijdopleidingen (dierlijk, plantaardig, food en landschap).

Betrekkelijkheid

In het document, genaamd ‘Een wijde blik verruimt het denken’, is een aantal specifieke leerdoelen geformuleerd. Een ‘les’ is dat positiebepaling lastig is in de op spanning staande voedingswereld waarin tegenstellingen groot zijn, zowel aan de productie- als consumptiezijde. Globalisering kan als positief worden gezien (zo zijn meer ingrediënten lokaal beschikbaar) maar een negatieve kant is bijvoorbeeld dat boeren ‘inwisselbaar’ zijn.

Een ander belangrijk punt waarbij wordt stilgestaan is dat variatie en veranderlijkheid kenmerkend zijn voor het huidige voedingsland. Dit wordt verder inzichtelijk gemaakt vanuit het perspectief verleden, heden en toekomst. Studenten leren onder meer de betrekkelijke realiteitswaarde van onder meer eendimensionale (denk)beelden inzien.

Verleden

In drie hoofdstukken wordt op elke ‘tijdsdimensie’ dieper ingegaan. Op de eerste pagina van het hoofdstuk Verleden is bijvoorbeeld te lezen: ‘Vroeger was eten een dagtaak, doordat het zelf werd geproduceerd en klaargemaakt’. In dit hoofdstuk ook aandacht voor besteedbaar inkomen, werk in de landbouw, het omwentelingsproces, stad en platteland en ‘stadse’ gewoonten.

Heden

In het hoofdstuk Heden staat dat in de laatste decennia meer is veranderd dan in eerdere millennia. ‘Met groot succes zijn vele monden van eten voorzien gedurende de afgelopen halve eeuw. Er wordt zelfs zoveel geproduceerd dat we in landen als Nederland leven in overvloed.’ Verder wordt ingegaan op de keerzijde hiervan -via een onderwerp als ‘Foodprint’- op alternatieve productie- en consumptiestijlen, paradigma’s betreffende een verdeeld voedingsland (zoals efficiëntie versus sufficiëntie) enzovoorts.

Toekomst

Het hoofdstuk Toekomst behandelt onder meer trends. Via die weg wordt getracht lijnen in de tijd te trekken. Diverse scenario’s komen aan bod, evenals ‘duurzaam ondernemerschap 2.0’. De toekomst wordt onder meer toegeschreven aan de studenten: zij die straks in de wereld van agro en food gaan werken. Voor hen wordt het ‘steeds belangrijker oog en oor te hebben voor de ‘buitenwereld’’.

De hoofdstukken sluiten af met vele verwijzingen naar documenten en andere bronnen voor verdere verdieping (en verbreding) van het geleerde. Variërend van blogs over nutriëntenkringlopen tot lesideeën betreffende omgevingsgericht ondernemen op het platteland.


(Bron foto: Thinkstock)