Nieuws

‘Denk breder dan reservaat’

Dit kwartaal brengt de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur een advies uit aan de overheid, maar enkele onderliggende stukken staan al online. “Natuurreservaten zijn te klein”, en “actief ingrijpen door onteigening is een optie”.

Dat staat te lezen in het achtergronddocument van prof. Jan Bakker. Volgens de Groningse hoogleraar moeten natuurbeheerders en beleidsmakers scherpere prioriteiten stellen. Binnen de grenzen van reservaten is natuurbeheer volgens hem effectief, maar reservaten zijn te klein voor de duurzame instandhouding van veel soorten. Natuurbeheer kan daarom beter op landschapsschaal plaatsvinden.

Beheren op de juiste schaal

Er kan bijvoorbeeld een grote slag gewonnen worden door niet alleen het reservaat ecologisch te beheren, maar ook de bermen, slootranden en stadsparken eromheen. Nu nog is het natuurbeleid vaak te vrijblijvend. Vaak is het duidelijk hoe een landschap eigenlijk beheerd zou moeten worden, maar omdat één van de betrokkenen niet mee wil werken gebeurt er niets. “Als afronding van landschapsecologische eenheden niet mogelijk is op vrijwillige basis, is actief ingrijpen door onteigening een optie.” Volgens Bakker moeten er duidelijke prioriteiten zijn: eerst proberen gebieden te vergroten door grond te verwerven, dan milieucondities verbeteren, pas daarna is het uiteindelijke beheer echt effectief. Dat beheer moet vervolgens bestaan uit een combinatie van nietsdoen en maatregelen als beweiden en hooien. “Elke vorm van beheer levert een kenmerkend systeem, daarom is vooral de combinatie in een grootschalig landschap effectief.”

Rekenen op de juiste schaal

Bakker keek verder naar de kosten en baten van rondom natuurbeheer. Slechts enkele natuurbeheertypen hebben een kostprijs boven de 1000 euro per hectare per jaar, met bovendien kleine oppervlaktes  (veenmosrietland en moerasheide 500 ha, trilveen 60 ha, vochtige schraallanden 2200 ha, vochtig hakhout en middenbos 1000 ha). Toch is wat hem betreft nog wel een efficiencyslag te maken. Terreineigenaren kunnen bijvoorbeeld gronden onderling ruilen om zo effectiever te beheren. Ook kan bij grote ingrepen, zoals onteigening, rekening gehouden worden met de streek. In het westen is grond bijvoorbeeld veel duurder, door zoiets in een goedkoper gebied te doen, kan geld worden bespaard.  Om de opbrengsten van natuur in kaart te brengen zou een goed onderbouwd systeem voor de waardering van ecosysteemdiensten moeten komen. Ook daarin  is de schaal weer cruciaal. “Kwantificeer kosten en baten van natuurbeheer en van milieubeperkingen op een schaal die groot genoeg is om ook alle kosten en baten mee te nemen. Sterke lokalisatie van besluitvorming kan ertoe leiden dat natuurbeheer altijd ‘te duur’ is.”


(Bron foto: Nico Ettema)