Nieuws

Eerste opleiding stadslandbouw een feit

De Warmonderhof in Dronten, onderdeel van het Groenhorst College, start met ingang van dit studiejaar met de deeltijdopleiding ‘Stadslandbouw praktisch’. Stadslandbouw is een ‘hot’ item, maar volgens de coördinator van de opleiding blijft het teveel bij woorden.

Insteek van de éénjarige, niet gesubsidieerde opleiding, is mensen op te leiden die praktische invulling kunnen geven aan stadslandbouwtuinen die voor grote groepen mensen een sociaal doel vervullen.

Organisatorisch

De Warmonderhof biedt met ingang van komend studiejaar ook ‘Stadslandbouw organisatorisch’ aan; onder meer met nadruk op procesdenken en het verduurzamen van een project (ervoor zorgen dat mensen betrokken worden en dat blijven). De coördinator van de opleidingen, Bart Willems, vertelt dat veel mensen zich nog verkijken op het kostenplaatje: “Dus wat kost het en wat levert het op. Tijdens de opleiding behandelen we de valkuilen.”

“We leven maar in een koud kikkerland dus je kunt eigenlijk maar vijf maanden van de koude grond eten”, vervolgt Willems. “Als je het hele jaar door productie wilt, moet je tunnels neerzetten, maar in veel stadsgebieden mag dat niet.” Tot op heden hebben zich nog onvoldoende personen aangemeld voor de opleiding Stadslandbouw organisatorisch om door te kunnen gaan (10 is het minimum).

Inspringen op actualiteit

Willems geeft zelf al 28 jaar les over onder meer biologisch groenten telen op kleine en grote schaal. Hij ziet het als een rol van het opleidingscentrum om met de beschikbare kennis in te springen op actuele ontwikkelingen. Eind vorig jaar/begin dit jaar besloot hij tot de inrichting van de opleiding; een aantal maanden later staat de opleiding er met een stuk of 8 à 9 docenten.

Een mbo-opleiding heeft hij er niet van willen maken: “Dan zit je vast aan allerlei verplichtingen, ook vanuit de school, en ben je zo weer twee jaar verder. Een verplichting vanuit school is bijvoorbeeld dat je uitsluitend docenten van de school zelf kunt inzetten. Ze kunnen moeilijk docenten ontslaan, terwijl je voor iemand van buitenaf kiest.” In dit geval koos Willems ervoor om deels te werken met docenten van de school en deels met mensen van buitenaf.

'Hoge' leeftijd en opleiding

Willems zegt verrast te zijn door de aanmeldingen: “Er zitten veel mensen tussen die al een baan hebben en daar een draai aan willen geven of juist iets heel anders willen doen. Veel mensen uit de automatisering of uit de zorg die helemaal moe zijn van het werk. Ook zitten er nogal wat mensen bij die al in die richting bezig zijn, maar verder willen opschalen. De leeftijd is redelijk hoog. Het gemiddelde komt boven de dertig uit.”

Op de Dag van de Stadslandbouw - 8 maart jongstleden, heeft Willems bovendien een ‘ongelofelijke hoeveelheid mensen van lokale overheden die allemaal wat willen met stadslandbouw’ zien rondlopen. “Heel veel mensen willen er iets mee, van de Dienst Landelijk Gebied tot architecten en gemeenten die ons opbellen ‘we hebben nog twintig hectare grond’ tot een hogeschool die er wel mee bezig is maar het niet van de grond krijgt”.

Kennisverspreiding en inhoud opleiding

Niet alleen de grote hoeveelheid geïnteresseerden in stadslandbouw bracht Willems op het idee van een opleiding: de doorslag is eigenlijk gegeven door een oud-leerling; Bas de Groot. Een jaar na zijn afstuderen leidde hij als ondernemer een KIGO-project (Regeling Kennisverspreiding en Innovatie Groen Onderwijs): ‘Stadslandbouw, De stedelijke kringloop als inspiratiebron voor nieuwe vormen van landbouw’ (zie link).

Geïnspireerd door het KIGO-project, besloot Willems de kennis die gedurende die tijd is opgedaan, de contacten die zijn gelegd en zijn eigen kennis in een vorm te gieten. Zo maakt hij voor de deeltijdopleiding onder meer gebruik van het contact met De Groot; gespecialiseerd in aquaponics (combinatie aquacultuur met plantenteelt – zie artikel Vakblad Groen Onderwijs). Ook bijenhouden in de stad was onderdeel van het KIGO-project en ís onderdeel van de opleiding - in de vorm van een gastdocent.

Gezien het een eenjarige deeltijdopleiding betreft, is het onmogelijk aan alle onderwerpen uitgebreid aandacht te besteden. De nadruk ligt volgens Willems vooral op ‘de basisprincipes van hoe je een plant behandelt’; de primaire productie (en niet op de handel in producten). “Het is bijvoorbeeld belangrijk dat je niet gaat telen in vervuilde grond. In dat geval moet je dus telen in bakken.” Er worden ook uitstapjes gemaakt naar specifieke vakgebieden zoals het genoemde aquaponics, bijen houden of bijvoorbeeld daktuinen en verticaal tuinieren.

Andere scholen

De Warmonderhof is niet de enige school aan wie de stadslandbouw-hype is ontgaan. Andere scholen besteden ook aandacht aan het onderwerp, maar noemen hun opleidingen niet als zodanig. Een voorbeeld van een school die ook aandacht besteedt aan stadslandbouw, is het Wellantcollege in Amsterdam (onderdeel van mbo+ Food) en Hogeschool INHolland (met een hbo-bachelor ‘food’). Een ander voorbeeld is het Lentiz | LIFE College in Schiedam (met eveneens een ‘food’-opleiding en de opleidingen Urban Trade en Wellness & Lifestyle).


(Bron foto: Thinkstock)