Nieuws

Groenbemesterkeuze beïnvloedt gewasopbrengst

Groenbemesters als klaver, bladrammenas of wintergerst dragen bij aan de bodemgezondheid en opbouw van organische stof. Bovendien kun je door de keuze de productiviteit van een volggewas sturen. Biomassa en stikstofgehalte zijn daarbij sleutelwoorden.

Bij de teelt van gewassen op een akker heb je te maken met de erfenis van voorgewassen. De voedingsstoffen die vrijkomen uit verterende plantenresten hebben invloed op de groei van de planten. Daarnaast spelen bodemorganismen, die tijdens het leven van een vorige plant zijn ontwikkeld, een belangrijke rol. Deze twee mechanismen, voedingsstoffen en bodemleven beïnvloeden de productie van een volggewas. Om te achterhalen wat de rol is van deze twee mechanismen, voerde de Wageningse promovendus Janna Barel een tweejarig veldexperiment uit. Een artikel in Journal of Applied Ecology laat zien wat de effecten zijn van groenbemesters.

Combinaties

In de experimenten werden haver en andijvie als gewas afgewisseld met zes verschillende wintergroenbemesters. De onderzoekers keken welke combinatie van zomer-winter-zomergewassen de productiviteit van de zomergewassen het meest stimuleert. Uit de resultaten blijkt het verbouwen van wintergroenbemesters loont.  De productie is beter dan bij winterse braak. En je kunt beter geen nauw verwante gewassen telen. Zo bleef de productie van haver na een voorgewas van Engels raaigras en voorgaand haver achter.

Diversiteit

Hoe groter de diversiteit is in ruimte en tijd, hoe hoger de productiviteit. In het persbericht schrijven de onderzoekers dat de ontwikkeling van ziekten en plagen daarbij een rol kunnen spelen.  De reactie van de verschillende gewassen op de voorgeschiedenis is nogal divers. Zo blijkt bladrammenas een remmende werking te hebben op de haverproductiviteit, maar niet op de productiviteit van andijvie. Meng je bladrammenas met wikke dan treedt dit remmende effect niet op.

(Bron foto: Wageningen University & Research)