Nieuws

Herstel van het nat zandlandschap

De natuurkwaliteit van hoogvenen, vennen en natte heiden is de laatste decennia achteruitgegaan door vermesting, verzuring en verdroging. Veel kennis over het herstel van dit natte zandlandschap is beschikbaar gekomen uit het kennisprogramma OBN.

Het nat zandlandschap, een van de aandachtsgebieden van het kennisprogramma Overlevingsplan Bos en Natuur (OBN), omvat hoogvenen, vochtige dekzandbossen,, natte heide en vennen. De vorming van het natte zandlandschap, zoals je dat in Nederland vindt, is sterk bepaald door de laatste twee ijstijden. Je vindt er grondmorenes, stuwwallen, rivierduinen en hoogvenen. Het landschap is rijk aan gradiënten, overgangen van nat naar droog op naar rivieren, beekdalen en laagveen.

Onderzoek

De natuurwaarden van veel van deze landschapselementen is achteruitgegaan. Verzuring, vermesting en verdroging zijn belangrijke oorzaken van deze achteruitgang. Het kennisprogramma OBN, dat in 1989 gestart is, heeft veel onderzoek gedaan naar de manier waarop je deze negatieve effecten kunt aanpakken. Na 25 jaar is er veel kennis beschikbaar gekomen. Het vakblad Landschap besteedt in een Themanummer OBN-onderzoek nat zandlandschap, in acht artikelen aandacht aan de uitkomsten van dit kennisnetwerk.

Het onderzoek van OBN richtte zich op verschillende aspecten: op het herstel van de voedingstoestand van de verschillende gebieden, op hydrologische herstel, op bedreigde en invasieve soorten en op inrichtingsvraagstukken. In het vakblad zijn artikelen opgenomen over hoogvenen, vochtige bossen op zandgrond, vennen en natte heiden.

Herstel

In vrijwel alle gevallen kun je lezen dat vermesting, verzuring en verdroging een bedreiging vormt voor de gebieden. Herstel is daarom vaak gericht op hydrologisch herstel, het verbeteren van de grondwaterstand en op het terugdrining van de verrijking met voedingsstoffen.

Vermesting

Hoewel de stikstofdepositie uit de lucht niet meer zo hoog is als voorheen, blijft vermesting een probleem, schrijft het vakblad. Voor hoogvenen wordt de kritische grens van 500 mol stikstof/ha/jaar overal in Nederland nog fors overschreden. In Nederlandse hoogveenrestanten is de stikstofconcentratie dan ook vier tot zes maal en de fosfaatconcentratie tot tien maal hoger dan in Estlandse referentiegebieden, zo is te lezen in het artikel 'Sleutels tot herstel van hoogveen'. Ook in natte heidegebieden, vennen en vochtige dekszandbossen heeft de verrijking gezorgd voor het verdwijnen van zeldzame soorten. Veel heide en hoogveen is bijvoorbeeld vergrast. Soorten als pijpenstrootje (Molinia caerulea) en berk (Betula sp.) nemen toe.

Het artikel 'Herstel kwaliteit van natte heide in het zandlandschap' laat zien hoe je de overtollige voedingsstoffen op natte heide kunt verwijderen door plaggen of begrazing. Het verwijderen van overtollige voedingsstoffen heeft in veel gevallen effect. Het herstel in natte vennen is succesvol, blijkt uit het artikel 'Sturende factoren herstel vennen in een veranderende omgeving'. Van de 44 bedreigde plantensoorten, zijn er 24 soorten die weer in omvang toenemen.

Hydrologisch herstel

In de hoogveengebieden, denk aan Bargerveen of Fochtelooërveen, heeft herstel van de grondwaterstand er toe geleid dat veenmosgroei weer op gang komt. Voor een herstel is een waterstand net rond het maaiveld met een geringe fluctuatie optimaal. Hydrologisch herstel is in vrijwel alle gevallen zinvol, ook in natte heidegebieden of in de sterk verdroogde, van oorsprong vochtige bossen op zandgrond. In natte heidegebieden leidt de combinatie van hydrologisch herstel en de afvoer van nutriënten tot de terugkeer van Rode Lijstsoorten als beenbreek (Narthecium ossifragum) en veldrus (Juncus acutiflorus).

Het artikel 'Nat zandlandschap van de 21e eeuw' ten slotte geeft inzage hoe duurzaam en biodivers nat zandlandschap er in de 21e eeuw uit kan zien.

(Bron foto: Jan Nijman)

Publicaties

(8)