Nieuws

Meikeverengerlingen zijn nog niet te verslaan

Meikeverengerlingen kunnen voor grote problemen zorgen in boomkwekerijwassen, vooral op de zandgronden in het oosten en het zuiden van het land. Een nieuwe aanpak om de problemen te lijf te gaan leverde nog niet het gewenste resultaat.

De meikever (Melolontha melolontha) komt eind april uit de grond en vliegt rond tot eind mei. De larven van de meikever leven ondergronds en kunnen veel schade aanrichten aan de wortels van heesters, struiken en bomen. De engerlingen kruipen wel een meter diep onder de grond, waardoor ze onbereikbaar zijn voor bestrijdingsmiddelen. Volwassen meikevers kunnen als ze in grote groepen rondvliegen hele bomen en struiken kaalvreten.

Cyclus

De levenscyclus van de meikever beslaat vier jaar. In het eerste jaar komen in de maanden juni en juli jonge engerlingen uit hun eitjes en vreten aan de haarwortels. Dit levert nog geen schade op. In het tweede en derde jaar worden de engerlingen actiever en veroorzaken veel vraatschade aan bomen en struiken. De engerlingen verpoppen zich in augustus en komen in het vierde jaar als meikevers de grond uit.

Onderzoek

Uit eerder onderzoek blijkt dat de larven heel lastig te bestrijden zijn. PPO, PRI en Insect Consultancy hebben in opdracht van het Productschap Tuinbouw het probleem opnieuw opgepakt. In 2010 startte een proefproject in de Achterhoek op een veld met stroken maïs met daartussen grasbanen met paardenbloemen en wilde peen. Het idee hierachter was om te testen of engerlingen verdreven worden door maïs en of ze wel paardenbloemen, gras en wilde peen vreten. Na controle bleek dat er in het gras meer engerlingen zaten dan in de maïsstroken. In het voorjaar van 2011 bleken er toch veel engerlingen te zitten in de stroken waarop maïs stond. Op de maïsstroken werden in april 2011 kerstbomen geplant. De helft van de bomen kreeg een plantgatbehandeling met een kort werkend gewasbeschermingsmiddel, een ander gedeelte kreeg een behandeling met meststof, een gedeelte kreeg beide behandelingen en een deel bleef onbehandeld. De engerlingen in de grasbanen werden bestreden met aaltjes.

De getoetste maatregelen bleken allen onvoldoende om gezonde kerstbomen te telen. De conclusie is dat er op korte termijn geen goede manier is om meikeverengerlingen te bestrijden. Het werken met lokkende planten of juist afwerende kruiden kan perspectief bieden, maar dit moet verder ontwikkeld worden in langetermijnonderzoek. In samenwerking met PRI wordt in het buitenland het onderzoek naar afstotende kruiden voortgezet. Ook werkt PRI aan insectenparasitaire schimmels.

Natuurlijke vijanden

De meikeverengerlingen hebben wel veel natuurlijke vijanden, zoals wespen, kraaien, spreeuwen, kippen, mollen, spitsmuizen of egels. Voor de boomkwekerij zijn deze natuurlijke vijanden praktisch niet haalbaar om ze in te zetten.

Meer informatie over de meikeverengerlingen is te vinden in de publicaties bij de downloads.


(Bron foto: Pixabay)