Nieuws

Mineralenconcentraat als kunstmestvervanger

Veehouders hopen dat de Europese Commissie mineralenconcentraat, en product uit dierlijke mest, goedkeurt als kunstmestvervanger. Het zou een oplossing zijn voor het mestoverschot.

De veehouderij produceert meer mest dan dat de sector vanuit milieuoogpunt kwijt kan. Fosfaat is de beperkende factor. Daarom moeten veehouders mest afvoeren. Maar daarmee voeren ze ook stikstof af, waar wel behoefte aan is. Ze moeten dan stikstof in de vorm van kunstmest aankopen. Door mest te scheiden, kun je onnodige afvoer van stikstof voorkomen, is het idee. De dikke fractie van mest bevat vooral fosfaat en droge stof, de dunne fractie bevat veel water, stikstof en kali. Door omgekeerde osmose kun je die dunne fractie opwerken tot 'mineralenconcentraat', een meststof die per ton zo'n 6 - 9 kilo stikstof en 7 - 10 kilo kali bevat.

Kunstmestvervanger

Dat mineralenconcentraat wordt door de Europese Unie niet erkend als kunstmestvervanger. Veehouders mogen die groene kunstmest niet toepassen boven de norm voor dierlijke mest – 170 kilo stikstof per hectare, of 230 kilo voor derogatiebedrijven - gebruiken. Zou de meststof wel erkenning krijgen als kunstmest, dan mogen veehouders het gebruiken boven de norm voor dierlijke mest. De veehouderijsector en het ministerie van EZ willen graag een erkenning. Het zou een oplossing zijn voor het mestoverschot. De vakbladen Pig Business en Melkvee schrijven over de problematiek in twee artikelen 'Mineralenconcentraat niet op eigen benen' en 'Kunstmestvervanger nog in ontwikkeling'.

In opdracht van het ministerie loopt een proef van 1 januari 2015 tot 31 december 2017 waarin 10 producenten van mineralenconcentraat deelnemen. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), die dat onderzoek uitvoert wil kijken of een systeem kan worden opgezet waarin je de kwaliteit kunt borgen. Wat zijn de chemische kenmerken van het concentraat? Hoe stabiel is de samenstelling? En leidt het niet tot extra milieudruk?

Mogelijkheden

Martin van Kempen, een producent van mineralenconcentraat en een van de pilotdeelnemers ziet veel mogelijkheden voor stikstof- en kalibehoeftige gewassen als aardappelen en maïs. Hij zegt dat afnemers tevreden zijn over zijn product. Ook melkveehouders, sla- en preitelers gebruiken het concentraat. Volgens mestspecialist Marc Strikkeling is het voor grasland een goede kunstmestvervanger vanaf de derde snede vanwege het hoge aandeel stikstof en kali.

Maar er zijn ook bedenkingen. Mestadviseur Wim Kromwijk wijst op de stikstofgehalten die veel lager zijn dan in kunstmest zoals KAS. In een ton concentraat zit gemiddeld 7,7 kilo stikstof. Voor een bemesting van 200 kilo stikstof op een hectare heb je dus 300 kuub nodig. Bovendien bevat het te veel kali. Het zou kunnen zorgen voor een grotere kans op kopziekte bij koeien. Andere experts zien toch wel mogelijkheden. Ze vinden het interessant als bijbemesting. En als je de meststof verder kunt indampen wordt het nog interessanter. De meststof heeft tijd nodig om zich te ontwikkelen, zo zeggen ze. Uitblijven van erkenning door de Europese Commissie vertraagt de ontwikkeling.

(Bron foto: Silo)