Nieuws

NVWA vindt in 2016 iets meer schadelijke organismen

In 2016 werd door de NVWA bij importinspecties van plantaardige producten iets meer schadelijke organismen aangetroffen dan in 2015. Vooral het aantal vondsten met tabakswittevlieg nam toe, zo blijkt uit het rapport 'Fytosanitaire signaleringen'.

De Nederlandse handelsstroom van plantaardige producten bestond in 2016 uit 2,9 miljoen ton groenten en fruit en 7,9 miljard stuks sierteeltgewassen. Een groot deel van die producten worden in Nederland geproduceerd, een deel van die producten is elders geproduceerd en komt via import ons land binnen.

De Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) wil voorkomen dat voor planten schadelijke insecten, schimmels, bacteriën, aaltjes en virussen zich in Nederland en andere landen van de Europese Unie vestigen, de zogenaamde quarantaine-organismen. Daarom voert de NVWA inspecties uit bij import of export. Met het jaarlijkse rapport 'Fytosanitaire signaleringen' doet de NVWA verslag van wat zij aantreffen.

Meer schadelijke organismen

Zo worden er jaarlijks ongeveer 350.000 zendingen planten en plantaardige producten aangeboden voor importinspectie. In 2016 trof de NVWA bij deze inspecties 337 schadelijke organismen aan. Dat is iets meer dan in 2015. Toen waren dat er 311. In 2014 waren er 370 vondsten en in 2013 438. In het rapport is te lezen dat er op EU-niveau in 2016 een daling was van het aantal vondsten. Dat zou kunnen komen door importverboden op producten uit bepaalde landen waarop in het verleden veel vondsten zijn gedaan. Zo werden er veel minder aantastingen in citrusvruchten gevonden doordat de EU in 2016 strenge maategelen instelde voor die producten.

Tabakswittevlieg

Dat in Nederland het aantal vondsten toenam, kwam vooral door de stijging van het aantal vondsten van de tabakswittevlieg (Bemisia tabaci). Dit insect kan bij paprika- en tomatenplanten ernstige schade veroorzaken. Daarnaast waren er veel vondsten van Liriomyza huidobrensis, Liriomyza trifolii, Spodoptera littoralis en Thrips palmi.

Ringrot

In de aardappelteelt richtte de NVWA zich vooral op bodemorganismen zoals aardappelmoeheid (AM), Meloidogyne chitwoodii (Maïswortelknobbelaaltje), bruinrot, ringrot en wratziekte. Zo heeft de NVWA extra inspecties uitgevoerd om te controleren of bedrijven die aardappelen uit Polen importeren zich aan de regels houden. De invoer van grote hoeveelheden aardappels voor vewerking uit dat land vormt een risico voor herintroductie van ringrot.

Xylella

Voor de boomkwekerijsector vormt de bacterie Xylella fastidiosa een bedreiging. In Italië, Frankrijk en Spanje heeft deze bacterie al voor grote problemen gezorgd. De NVWA voert steekproefsgewijze controles uit om te kijken of bomen en struiken in de natuur en bij kwekers besmet zijn met plantenziekten. Veel aandacht gaat bovendien uit naar inspectie van aantastingen van bacterievuur in de bufferzones. Gelukkig zijn bij de controles in de boomkwekerijsector in 2016 geen nieuwe quarantaine-organismen aangetroffen.

(Bron foto: Wageningen UR - PPO)