Nieuws

Studiedag voor docenten veehouderij 'Melkers van Morgen' op KTC de Marke

Al een aantal jaren wordt op KTC De Marke samen met ForFarmers de dag ‘Melkers van Morgen’ georganiseerd. Op deze dag kunnen veehouders en andere geïnteresseerden diverse workshops volgen, gewassen en demonstratievelden bekijken en leren over nieuwe innovaties op gebied van ruwvoerteelt. In de onderzoeken staat optimaliseren van efficiënte ruwvoerteelt met minimale belasting van milieu centraal.

Vanuit de Kenniswerkplaats Achterhoek (KWPA) en de 4Groen-scholen is het idee ontstaan om dit jaar samen met ForFarmers en KTC De Marke een ‘Melkers van Morgen’ speciaal voor docenten veehouderij in het noordoosten van Nederland te organiseren. Ondanks de lastige periode in het onderwijs kwamen er ruim 50 docenten veehouderij op 4 juli jl. naar deze dag.

In de ochtend waren er 4 zeer boeiende lezingen, ’s middags is er in groepen langs de demonstratievelden gelopen. Tijdens de lezingen was er volop aandacht van docenten en bleek de ochtend te kort. In de middag tijdens de workshops bleek ook de middag te kort. Bij de slotvraag: ’Wie gaat er tevreden naar huis?’ stak iedereen spontaan zijn hand op.

Onderzoek naar ruwvoerteelt

Arjan Mager Innovation manager forage bij ForFarmers trapte af met de vraag: ‘Waarom doet ForFarmers zoveel in onderzoek in de ruwvoerteelt?’ Hij had een boeiende inleiding over betrouwbaarheid van onderzoek. In de praktijk blijken er vaak verschillen waar genomen te worden tussen bijvoorbeeld 2 maïsrassen of verschillende zaaimethodes. Maar deze waarneming is vaak op basis van 1 ‘proefveldje’. Arjan liet diverse invloeden zien. Een eye opener was dat vaak de verschillen binnen het proefveld nog groter zijn dan de verschillen tussen de proefvelden. Hij drukte de docenten op het hart om vooral kritisch denkvermogen bij de studenten te ontwikkelen en zelf ook kritisch te blijven kijken.

Als voorbeeld bij kritisch blijven denken noemde Arjan de rijenbemesting met kunstmest die al jaren toegepast wordt in de maïsteelt. Dit begon met 11-52 meststof (11 N en 52 P), in de loop der jaren werd het percentage P steeds lager. Op bedrijven die meedoen met derogatie mag helemaal geen P uit kunstmest gebruikt worden. Toch wordt de kunstmest (in dit geval alleen N) nog steeds in de rij toegepast. Terwijl dit voor P belangrijk is voor de jonge plant vlak bij de wortels want P is behoorlijk immobiel in de grond, maar N vlak bij de wortels, maakt de plant misschien zelfs wel lui.

Klik hier voor de presentatie van Arjan Mager.

Focus op ruwvoer

Tom Niehof, teeltspecialist ruwvoer bij ForFarmers, sprak over ‘Focus op ruwvoer’. Hij begon met ‘grond verus koe’. We weten alles van die koe tot achter de komma, maar van die enorm dure grond weten we vaak heel weinig. In zijn inleiding stond Tom stil bij veel aspecten op en rondom de grond zoals spreiding in pH, plaatsspecifiek bemesten, optimaal telen van vanggewas, kracht van compost, rasverschillen, teeltrisico’s, gewasbescherming, inkuilmanagement etc. etc. Telkens komt het er op neer, dat er in de praktijk nog steeds grote verschillen zijn tussen de veehouders. Kortom er is nog heel veel te halen met optimaal management.  Klik hier voor de presentatie van Tom Niehof.

Gerjan Hilhorst, onderzoeker op KTC De Marke sprak over de BedrijfsWaterWijzer als tool voor de toekomst. Gerjan stond eerst even stil bij het grote belang van water op het veehouderijbedrijf maar daarnaast ook het enorme maatschappelijke belang van goed en zuiver water. De BedrijfsWaterWijzer is nodig om in de toekomst aan de kaderrichtlijn water te voldoen. Het kan een mooi hulpmiddel zijn om bedrijfsspecifiek maatwerk te leveren en zo optimaal resultaat per bedrijf te halen. Met de BedrijfsWaterWijzer kan een bedrijfswaterplan opgesteld worden met doelen en maatregelen. Op dit moment bestaat de BedrijfsWaterWijzer uit de volgende modules: erf, droogte, wateroverlast, uitspoeling, afspoeling, drinkwater en slootbeheer. Gewasbescherming zal daar nog aan toegevoegd worden.

Klik hier voor de presentatie van Gerjan Hilhorst.

Perceelspecifiek bemesten

Zwier van der Vegte, bedrijfsleider op KTC De Marke, sprak over Perceelspecifiek bemesten. Zwier gaf aan dat de ruwvoeropbrengst op een bedrijf zeer bepalend is voor het bedrijfsresultaat. Met het aanscherpen van de bemestingsnormen zijn de oude bemestings-adviezen niet meer toereikend, want die hoeveelheid meststof mag niet meer op de percelen gebracht worden. Het gaat er dus om, de beschikbare meststoffen zo efficiënt mogelijk aan te wenden. Daarvoor is het dus belangrijk om de optimale match te maken tussen vraag en aanbod. Daarvoor kijk je naar het gewas, de bodem en de beschikbare meststoffen zowel groenbemesters, organische mest als kunstmest. De docenten hebben in groepjes aan een opdracht gewerkt die daarna centraal besproken is. Daarmee kwamen heel veel facetten aan de orde.

Klik hier voor de presentatie van Zwier van der Vegte en hier voor de opdracht.

Demonstratievelden

Tijdens de lunch hadden docenten volop de gelegenheid om met elkaar te netwerken. Na de lunch zijn we in groepen langs de verschillende demonstratievelden gelopen. In principe draait het op alle demonstratievelden om zo efficiënt mogelijk ruwvoer te produceren en daar weer efficiënt melk van te maken. Er was heel veel praktische informatie te halen over bodem en een bodemprofiel, beworteling, diverse alternatieve gewassen, verschillende bemestingsniveaus en manieren van toedienen, verschillende manieren van gewasbescherming. Een primeur was de uitkomst naar een onderzoek met shredlage maïs. Uit een voerproef met 80 melkkoeien kwam eigenlijk geen verschil in melkproductie tussen shredlage maïs en gewoon gehakselde maïs. In de praktijk horen we toch erg positieve verhalen over shredlage. Duidelijk is dat de korrels geweldig goed gekneust worden met shredlage. Maar misschien speelt ook mee dat veehouders enthousiast zijn omdat het toch minimaal 50 tot 70,- per ha meer kost, dan moet het wel wat opleveren……

In het onderzoek is ook gekeken naar de verdichting van de kuil. Omdat shredlage maïs veel langer gehakseld is, was de verwachting dat het product veel broeigevoeliger zou zijn. Onderzoek wijst uit dat bij goed inkuilen dus dunne laagjes met voldoende zwaar materiaal aanrijden de kuil met shredlage ook prima te verdichten is. Van de onderzochte kuilen was de minst verdichte en de meest verdichte kuil allebei en shredlage kuil. Daaruit valt af te leiden dat de manier van inkuilen en aanrijden veel belangrijker is dan de lengte van het product.

Wil je contact opnemen met één van de inleiders over de presentatie, zie hieronder de mailadressen:

arjan.mager@forfarmers.eu

tom.niehof@forfarmers.eu

zwier.vandervegte@wur.nl

gerjan.hilhorst@wur.nl