Nieuws

Waarde uit Weerribben en Wieden

Hoe kun je financiële middelen uit natuurterreinen verkrijgen om de waarde in stand te houden? Een verkenning in de Weerribben en Wieden laat zien dat er verzilveringsmogelijkheden zijn, maar dan moeten belanghebbenden wel samenwerken.

Terreinbeherende natuurorganisaties hebben een schat aan natuurlijk kapitaal in eigendom. Maar dat kapitaal is niet zo maar in geld uit te drukken. Onder 'Natuurlijk kapitaal' kun je alle natuurlijke hulpbronnen scharen die diensten leveren aan de mensen. Je kunt denken aan waterzuivering, natuurlijke plaagbestrijding, het vastleggen van koolstof. Dat zijn de zogenaamde ecosysteemdiensten. Daarnaast hebben veel natuurgebieden een waarde voor recreatie en toerisme. Het rapport 'Natuurlijk Kapitaal: naar waarde geschat' van Planbureau voor de Leefomgeving gaat in op dit 'Natuurlijk kapitaal'.

Verzilveren

Door gewijzigde financiering van natuurbeheer door de overheid zijn veel natuurorganisaties op zoek naar ander bronnen van financiering. Kunnen ze meer financiële middelen uit hun natuurterreinen verkrijgen zodat ze de natuur in de toekomst in stand kunnen houden? Dat natuurgebieden waardevol zijn, staat buiten kijf, maar er staan geen inkomsten tegenover. Hoe kun je de waarde verzilveren? Onderzoekers van LEI Wageningen UR verkenden mogelijkheden in het Nationaal Park Weerribben-Wieden. Het rapport 'Financiering van bestaande natuur, Praktijkcasus Weerribben-Wieden' is onlangs gepubliceerd.

Ecosysteemdiensten

Met meer dan 10.000 hectare is het Nationaal Park Weerribben-Wieden het grootste aaneengesloten laagveenmoeras in Noordwest-Europa. Het is een gebied dat belangrijk is voor dag- en verblijfsrecreatie. Giethoorn trekt jaarlijks veel buitenlandse toeristen. Daarnaast biedt het gebied andere ecosysteemdiensten. Het zorgt voor waterzuivering en er vindt rietteelt plaats.

Samenwerking

Recreatie en toerisme is de belangrijkste economische pijler, maar lang niet alle mogelijkheden worden benut, zo is te lezen in het rapport. De vermarkting zou nog veel beter kunnen. Er is onderling nog weinig sectoroverschrijdende samenwerking. Met name in de Weerribben vindt veel rietteelt plaats, maar het toekomstperspectief voor die sector is niet zo rooskleurig. Er liggen wel kansen. Zo zou de positie van het binnenlands riet versterkt kunnen worden door te werken met een eigen keurmerk. Ook daarvoor is onderlinge samenwerking nodig.

Weerstand

Maar het blijkt lastig die samenwerking op gang te krijgen. Bij veel betrokkenen wordt weerstand geconstateerd. Bij hen leeft het idee dat de natuur en de ecosysteemdiensten van het gebied een collectief goed zijn waar iedereen gebruik van kan maken. De overheid heeft het immers jarenlang gefinancierd. En de natuurorganisaties ontvangen veel overheidsgeld; zij zijn daarom het eerst aan zet, is het idee.

Toch zal er wat moeten gebeuren. Verzilvering heeft pas kans van slagen als ook de betrokkenen aan de slag willen met het concept natuurlijk kapitaal. Zou er niets gebeuren, dan is er in de toekomst in het gebied minder geld beschikbaar voor onderhoud van recreatieve elementen en behoud van het cultuurhistorisch karakter. Dat zou resulteren in een afnemende kwaliteit van het gebied en en dalende opbrengsten.

(Bron foto: Jan Nijman)