Nieuws

Wildplukken als ecosysteemdienst

Wildplukken of eten uit het wild komt in de belangstelling. Overheden, terreinbeheerders of stedelijke groendiensten kunnen er op verschillende manieren op inspelen, bijvoorbeeld door wildplukwandelingen te organiseren of voedselbossen aan te leggen.

Eten uit de natuur of wildplukken is een ecosysteemdienst. Daarom besteedt het Onderzoeksprogramma Biodiversiteit Werkt (OBW), een programma dat is gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) er aandacht aan. Dat onderzoeksprogramma wil kennis over functionele biodiversiteit ontwikkelen. En een ecosysteemdienst is een vorm van functionele biodiversiteit. Het vakblad Landschap besteedde in een themanummer in een reeks van artikelen aandacht aan dit onderzoeksprogramma. In een van de artikelen werd 'Eten uit het wild' uitgelicht.

Ecosysteemdienst

Een ecosysteem kun je omschrijven als een samenhangend geheel van diverse soorten dieren, planten en micro-organismen die in onderlinge relatie en in relatie met hun omgeving leven, denk aan water bodem en licht. Zo'n ecosysteem kan producten en diensten leveren die onmisbaar zijn voor mensen: schone lucht, drinkwater, koeling of huisvesten natuurlijke vijanden van plaaginsecten.

Dat je uit de natuur kunt eten, kun je ook als ecosysteemdienst beschouwen. Wildplukken is een ecosysteemdienst. In Nederland is dat relatief onbelangrijk, maar eten uit het wild lijkt op te komen. De consumptie van wilde soorten is belangrijk in de traditionele keuken, denk aan de consumptie van paddenstoelen als eekhoorntjesbrood of cantharellen, of van vruchten als bramen of bosbessen.

Wildplukgewoonten

In Europa is het verzamelen van 38 wilde diersoorten, 27 paddenstoelensoorten, en 81 plantensoorten voor consumptie wijdverbreid. In het artikel 'eten uit het wild' worden vijf wildsoorten, dertien plantensoorten en drie paddenstoelensoorten genoemd die ook in Nederland verzameld worden.

Hoe vaak en hoeveel Nederlanders plukken is niet bekend, maar het is waarschijnlijk minder dan in andere Europese landen. De meeste mensen plukken in hun woonomgeving. Mensen op het platteland plukken vaker dan mensen in een stedelijke omgeving. Maar wildplukken lijkt populairder te worden als reactie op de globalisering. Bovendien komen er meer migranten die hun wildplukgewoonten meenemen naar Nederland.

Zorgen

Wildplukken kan de band met de natuur versterken, maar er zijn ook nadelen, aldus de auteurs van het artikel. Binnen de wildplukcommunity is weinig aandacht voor de beschermde status van planten. Natuurbeheerders maken zich soms zorgen over de verstoring die wildplukkers kunnen veroorzaken, zeker als ze beschermde soorten plukken. Ze zouden wildplukken kunnen reguleren door zelf wildplukwandelingen te organiseren. Wildplukken kun je toestaan alleen wanneer het om kleine hoeveelheden voor eigen gebruik gaat, zo suggereren de auteurs van het artikel. Terreinbeheerders of stedelijke groendiensten kunnen er op inspelen door voedselbossen of smulbossen aan te leggen.

(Bron foto: Pixabay)