Langjarig, structureel onderzoek naar voedingsstatus nodig
Onderwerp
voedingsstatusonderzoek, zout, vitamine
Interessant voor
diëtisten, onderzoekers, voedselontwikkelaars
In Nederland wordt de effectiviteit van het voedselbeleid gemonitord met het voedingspeilingssysteem. Dit systeem bestaat uit de onderdelen voedselconsumptiepeiling, aanvullend onderzoek en voedingsstatusonderzoek. Het voedingsstatusonderzoek brengt in beeld hoeveel vitamines en mineralen mensen in hun lichaam hebben. Aan de hand van analyses van bijvoorbeeld bloed of urine wordt de voedingsstatus van Nederlanders gepeild en worden gezondheidsrisico’s van teveel of te weinig voedingsstoffen beperkt.
Uit de evaluatie van voedingsstatusonderzoek tussen 2005 en 2021 blijkt dat onderzoek naar bepaalde voedingsstoffen achterblijft. De vitaminen B2 en D en de mineralen ijzer, calcium en jodium verdienen prioriteit omdat recent voedingsstatusonderzoek ontbreekt en er signalen zijn over een te hoge of een te lage inname. De onderzoekers stellen voor voedingsstatusonderzoek structureel meerjarig te programmeren, omdat dit zorgt voor een betere monitoring van het Nederlands voedingsbeleid.
Natrium, kalium en jodium
De afgelopen jaren zijn verschillende beleidsmaatregelen ingezet om voor consumenten de keuze voor gezonde voeding sneller en makkelijker te maken. Zo helpen Nutri-score en de nationale aanpak productverbetering bij het verminderen van de zoutinname van Nederlanders. Dit werkt, maar toch blijft de inname van zout te hoog.
Onderzoek naar extra maatregelen die helpen de zoutinname te beperken is nodig. Dit onderzoek staat niet op zichzelf. De inname van zout (natrium) hangt namelijk samen met de inname van andere mineralen zoals jodium en kalium. In het rapport ‘Natrium-, kalium- en jodiumonderzoek in Nederland: stand van zaken omtrent beleidsmaatregelen en monitoring’ geeft het RIVM een overzicht van onderzoeken naar de hoeveelheid natrium, kalium en jodium die Nederlanders binnenkrijgen.
De hoeveelheid jodium die Nederlanders binnenkrijgen daalt. Dit is relevant omdat jodium aan zout wordt toegevoegd. Bij de vermindering van zout in het dieet bestaat het risico dat Nederlanders te weinig jodium binnenkrijgen. Dit kan gevolgen hebben voor het functioneren van de schildklier. De hoeveelheid kalium die Nederlanders binnenkrijgen, is voldoende. Kalium wordt echter gebruikt als vervanger voor zout waardoor de inname hoeveelheid kan stijgen.
Nitraat en nitriet
Het RIVM doet niet alleen onderzoek naar de voedingsstatus van Nederlanders. Zij onderzoeken ook in welke mate mogelijk schadelijke stoffen in voeding en drinkwater voorkomen. Twee van de stoffen waar onderzoek naar gedaan wordt, zijn nitraat en nitriet. Deze stoffen komen van nature voor in groente en drinkwater. Ook worden ze additief toegevoegd aan voedingsmiddelen om onder andere de houdbaarheid te vergroten. Producenten zijn hiervoor gebonden aan maximumhoeveelheden. Deze zijn in oktober 2023 verlaagd.
Het RIVM verwacht niet dat de verlaging van de maximumhoeveelheid toegevoegd nitraat en nitriet, grote effecten heeft op de blootstelling aan deze stoffen, omdat ze relatief weinig bijdragen aan de totale blootstelling. Hoewel Nederlanders teveel van deze stoffen binnenkrijgen via drinkwater, groente en fruit wegen de nadelen hiervan niet op tegen de voordelen van het eten van fruit en groenten.