Nieuws

4 procent inkomensstijging in de land- en tuinbouw

De gemiddelde inkomens in de land- en tuinbouw zijn in 2019 licht gestegen in vergelijking met 2018. Maar er zijn grote verschillen. De inkomens in de varkenshouderij zijn gestegen tot gemiddeld €257.000 per arbeidsjaar, terwijl de inkomens in akkerbouw, melkveehouderij en pluimveehouderij daalden.

Het gemiddelde inkomen uit bedrijf voor de land- en tuinbouw is voor 2019 geraamd op €57.000 per onbetaalde arbeidsjaareenheid (aje). In vergelijking met 2018 is dat een stijging van €6.000, schrijft Wageningen University in een persbericht van 16 december. Maar er zijn grote verschillen tussen sectoren. Dit blijkt uit een eerste raming van de landbouwinkomsten van het CBS en Wageningen Economic Research.

Varkenshouderij

Opvallend is de enorme inkomensstijging in de varkenshouderij. In 2018 was de inkomenspositie van varkenshouders nog zeer slecht, met in een aantal gevallen een negatief resultaat. In 2019 steeg het gemiddeld inkomen tot €257.000. '2019 is een bizar varkensjaar' zegt Robert Hoste van Wageningen Economic Research in een toelichtend filmpje. Voor varkenshouders waren de prijzen met meer dan €2,- per kilo slachtgewicht gunstig. Een belangrijke verklaring voor die gunstige prijzen is de grootschalige uitbraak van Afrikaanse varkenspest in met name Azië. Die uitbraak heeft geleid tot tekorten van varkensvlees wereldwijd.

Er zijn wel verschillen tussen de bedrijven. Gesloten varkensbedrijven realiseren in 2019 een inkomen van gemiddeld €325.000. Het inkomen van zeugenbedrijven stijgt van -€13.000 in 2018 naar €245.000. En het inkomen van vleesvarkensbedrijven wordt geraamd op € 219.000.

Veehouderij

Andere veehouderijbedrijven laten een minder positie ontwikkeling van de inkomens zien. Zo wordt het gemiddeld inkomen van melkveehouders geraamd op €31.000. Dat is €6.500 minder dan in 2018. Die daling wordt veroorzaakt door door lichte daling van de melkprijs (-1%) en door hogere kosten voor voer, gebouwen en machines. Het gemiddeld inkomen over 2014-2018 bedroeg €37.000. Het inkomen van biologische melkveebedrijven daalde met €8.500 tot gemiddeld €28.000.

Ook in de pluimveehouderij daalt het gemiddelde inkomen. Het gemiddelde inkomen van leghennenbedrijven daalt met ruim 40% naar €45.000 en vleeskuikenhouders zien hun inkomen halveren tot €60.000; het laagste niveau sinds 2013.

Akkerbouw

In 2019 halveert het gemiddeld inkomen van akkerbouwers tot €37.000. Maar door de droge zomer was 2018 ook een gunstig jaar voor akkerbouwers vanwege de hoge prijzen voor consumptieaardappelen, uien en pootaardappelen, voor zover die niet onder contract geteeld waren. In 2019 staan de prijzen voor de meeste producten onder druk: uien (-63%), consumptieaardappelen (-38%) en tarwe (-17%). De prijzen van suikerbieten zijn licht gestegen met 5%.

Tuinbouw

In de glastuinbouw zijn de gemiddelde inkomens licht gestegen tot gemiddeld €200.000, maar er zijn wel grote verschillen tussen sectoren. Zo is er een inkomensstijging bij glasgroentebedrijven (gemiddeld inkomen €290.000) en snijbloemenbedrijven: (€170.000) maar een daling bij pot- en perkplantenbedrijven (€130.000). Bloembollenbedrijven zagen een stijging naar gemiddeld inkomen van €140.000. Het inkomen van fruittelers stijgt met bijna €10.000 tot gemiddeld €36.000 en in de boomkwekerij stijgt het inkomen met €7.000 tot circa €87.000. Het inkomen van vollegrondsgroentebedrijven blijft met circa €78.000 gelijk aan dat van 2018.

(Bron foto: Michael Schwarzenberger via Pixabay)