Nieuws

Aandacht voor huisvesting koeien

De huisvesting van koeien ontwikkelt zich richting meer comfort voor de koe en minder belasting voor het milieu. Het blad Veeteelt (april nummer 7), besteedde in een special aandacht aan vloeren, extra’s voor de koe en aan kapsystemen.

Emissiearme vloer

De standaard roostervloer is op zijn retour, de ontwikkeling van de emissiearme vloer gaat door. Door strengere eisen bijvoorbeeld in de nabijheid van Natura 2000-gebieden en in de provincies Limburg en Brabant, volstaat weidegang niet om de ammoniakuitstoot te compenseren. In deze gebieden zullen over enkele jaren bij nieuwbouw geen roostervloeren meer worden aangelegd. Elders zal dat wat langer duren, maar door de Algemene Maatregel van Bestuur die hierover in 2014 wordt verwacht, zal dat hooguit nog tien tot vijftien jaar zijn.

Het principe van de emissiearme vloer is dat vaste en vloeibare fractie op de grond van elkaar gescheiden worden, waardoor geen ammoniak ontstaat. Emissiearme vloeren stonden lang bekend als slecht beloopbaar. De eerste zogenaamde sleuvenvloeren werden spiegelglad. Dat is inmiddels niet meer zo. De vloeren hebben een andere afvoersysteem gekregen. Ze bieden voldoende grip en zijn goed beloopbaar.

Ligboxenstal met extra’s

Bij de keuze voor een stalsysteem kan de boer tegenwoordig kiezen uit een vrijloopstal, een potstal of een ligboxenstal. In de discussie over dierenwelzijn komt deze laatste vaak minder goed uit de bus. Toch is dit stalsysteem voor veel boeren een goede oplossing. Met extra’s voor dierenwelzijn en milieu.

Extra’s zijn bijvoorbeeld een vrijloopgedeelte of strohok. Of een diepstrooiselbox als ligbed en steeds vaker krijgt deze box dikkemestfractie als vulling. De dikke mest vraagt meer aandacht van de boer, maar is goedkoop, blijft goed liggen, het is comfortabele voor de koeien en de boer maakt er een eigen kringloop mee op zijn bedrijf, zegt Eric van den Hengel van bouwkundig adviesbureau Stalbouw.nl.

Alternatieven voor bovenbouw ligboxenstal

Een ligboxenstal heeft stalen spanten, een zadeldak met sandwichpanelen, een lichtstraat in de nok en de grotendeels open zijwanden zijn met een gordijn af te sluiten. Dat is het gebruikelijke beeld, maar er zijn alternatieven. Kosten en klimaat (“licht en lucht”) leiden soms tot andere oplossingen, zoals de serrestal, de V-stal of de flexstal. De landschappelijke inpassing, met name in lintbebouwing, vraagt om een andere hoogte. Zes jaar gelden is hiervoor de Italiaanse stal met meerdere kappen en een maximale hoogte van 9,5 meter geïntroduceerd.

De luchtige constructies kunnen aandoen als tijdelijke bouwwerken. Daar hebben Welstandscommissies soms moeite mee. Maar bijvoorbeeld de serrestal en de V-stal zijn minder hoog dan traditionele stallen. En voorgevels kunnen zo worden ontworpen dat ze niet anders ogen dan de vertrouwde stallen.


(Bron foto: Thinkstock)