Nieuws

Aanpak van knopkruid in biologische teelt

Knopkruid is een problematische onkruidsoort omdat de bestrijding zo lastig is, met name in biologische teelten. De plant produceert veel zaad, en afgesneden plantendelen kunnen vrij makkelijk opnieuw wortelen.

Knopkruiden zijn twee onkruidsoorten: harig knopkruid (Galinsoga quadriradiata) en kaal knopkruid (Galinsoga parviflora). Beide soorten hebben zich in de loop van 19e eeuw vanuit midden Amerika in Europa gevestigd. De onkruiden worden als problematisch ervaren, omdat ze zo lastig te bestrijden zijn. Beide soorten produceren veel zaad en het zaad kiemt snel. Bovendien kunnen afgesneden plantendelen vrij makkelijk opnieuw wortelen.

Harig knopkruid

Om meer kennis te verkrijgen voor goede aanpak van knopkuird in de biologische groenteteelt, hebben onderzoekers van de Universiteit van Gent een analyse uitgevoerd van de knopkruidproblematiek op meer dan 50 biologische percelen. Uit dat onderzoek blijkt dat harig knopkruid de meest dominante soort is. Kaal knopkruid komt minder voor, zo is te lezen in het artikel 'Knopkruid onder het mes'. Het zaad van kaal knopkruid overleeft minder lang in de bodem, heeft een wat grotere kiemrust.

Grondbewerking

Het onderzoek heeft veel informatie opgeleverd. Zo blijkt dat grondbewerking en teeltomstandigheden van invloed zijn op de hoeveelheid knopkruidzaad. Op bedrijven die minder vaak kerende grondbewerking uitvoeren, en bij bedrijven die het hele knopkruidseizoen grondbedekkende gewassen telen is de zaadhoeveelheid kleiner.

Bemesting

Ook de bemestingstoestand speelt een rol. Zo komt knopkruid meer voor op bodems met een lage pH, een goede drainage en minder plantbeschikbaar magnesium en calcium. Opvallend is ook dat de aanwezigheid van mycorrhizaschimmels die met planten samenwerken een rol spelen. Als er meer arbusculaire mycorrhiza aanwezig zijn, is de zaadbank kleiner. Omdat een hoge fosfaattoestand de symbiose van micro-organismen in de wortelomgeving tegenwerkt, zie je dat een hoge P-toestand gunstig werkt voor een vlotte kieming, groei en reproductie van knopkruid.

Aanbevelingen

Op basis van de verkenning komen de onderzoekers met een aantal praktische aanbevelingen. Zo adviseren ze zoveel mogelijk tijdens knopkruidseizoen (15 maart -15 november) te kiezen voor zwaardekkende, competitieve gewassen en groenbemesters. Je kunt verder gebruik maken van een mulchlaag zodat het lichtgevoelige zaad niet kiemt. En het is zinvol in een vals zaaibed bewerkingen uit te voeren omdat de zaadvoorrad van knopkruid flink kan verkleinen.

(Bron Flickr, foto Dinesh Valke)

Publicaties

(6)

Links

(1)