Nieuws

Ammoniakgat toont beperkingen van emissiemodellen

In Nederland wordt hard gewerkt aan het terugdringen van de ammoniakuitstoot in de veehouderij. Voor het berekenen van de uitstoot wordt een combinatie van meetgegevens en rekenmodellen gebruikt. Maar die leveren vaak tegenstrijdige uitkomsten op.

In het artikel 'Ammoniak-gat vraagt om nieuwe investeringen', wordt de problematiek rond de meetmethodes en rekenmodellen besproken. Dit gebeurt naar aanleiding van het reviewrapport 'Review on the scientific underpinning of calculation of ammonia emission and deposition in the Netherlands' dat een internationale reviewcommissie onder leiding van de Britse ammoniakdeskundige Mark Sutton heeft gemaakt om het 'ammoniakgat' te verklaren.

Ammoniakgat

Volgens het rekenmodel voor de ammoniakemissie dat is ontwikkeld door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) met onderzoeksgegevens van Wageningen UR en RIVM, zouden de ammoniakemissies sterk gedaald moeten zijn. Maar die conclusie strookt volgens het artikel niet met een ander model van het RIVM, dat de ammoniakconcentratie in de lucht bepaalt. Er was dus sprake van een 'ammoniak-gat'. De commissie-Sutton is daarop ingesteld om uit te zoeken hoe het ammoniakgat ontstond en wie er gelijk had.

Meer onderzoek nodig

In het rapport worden een aantal verklaringen gegeven voor het ammoniakgat. In de eerste plaats is de daling van de emissie kleiner dan door de rekenmodellen is voorgesteld. De verklaring hiervoor is dat bij de emissiefactor voor bovengronds uitrijden te weinig rekening is gehouden met weersomstandigheden zoals kou en regen die de uitstoot beperken. Aan de andere kant wordt volgens de commissie de hoeveelheid ammoniak in de lucht overschat door het RIVM. Sutton denkt wel dat het ammoniakbeleid er in geslaagd is om de ammoniakemissies terug te dringen, maar adviseert de Nederlandse overheid om meer te investeren in ammoniak-onderzoek om betere modellen en meetresultaten te krijgen.

(Bron foto: Thinkstock)