Nieuws

Bescherming van de tapuit

De tapuit verdient bescherming. De populatieomvang van deze insectenetende vogel die in hei en duin nestelt in konijnenholen, holt hard achteruit.

Het gaat niet goed met de tapuit. Van de enkele duizenden broedparen van deze 'heidehipper' waren er in 2012 naar schatting nog 260 tot 290 over, zo is te lezen in de brochure Bescherming van de tapuit van de Vogelbescherming. De tapuit leeft, foerageert en nestelt in korte droge vegetaties zoals duin- en heidegebieden. De vogel komt daarom voor in de Noordkop van Nood-Holland en op de waddeneilanden. Op de hoge zandgronden is alleen het Aekingerzand bij Appelscha nog een broedgebied van betekenis.

Insecten

De tapuit (Oenanthe oenanthe) is een trekvogel. Vanaf april, wanneer de soort terugkomt uit Afrika, legt ze hun eieren. Tapuiten nestelen in holen van konijnen. De tapuiten zijn insecteneters. Het zijn snelle lopers en vliegers. Hun foerageergedrag wordt wel omschreven als ‘rennen-stoppen-pikken’. Op het menu staan diverse insecten als rozenkevers, kleine junikevers, kniptorlarven (‘ritnaalden’), vlinderrupsen, vliegen, spinnen en sprinkhanen.

Bedreigingen

Er zijn diverse verklaringen voor de achteruitgang van de populatie, zo is te lezen in de brochure. De ontwikkelingen van de twintigste eeuw waren niet gunstig voor de tapuit. De voor de vogel geschikte woeste gronden verdwenen: ze werden ontgonnen of bebost. De toenemende stikstofdepositie zorgde voor vergrassing van de heidevelden. Omdat het niet goed ging met de konijnen door myxomatose (vanaf 1953) en meer recent een virusziekte (RHD-V/VHS), verdween ook geschikte nestgelegenheid. Wat misschien nog verontrustender is, is dat broedsels soms mislukken. Eieren komen niet goed uit en jonge vogels lijken een gebrek aan voedsel te hebben. Onderzoekers van de stichting Bargerveen wijten het aan mogelijke gifstoffen als dioxinen en pcb's, zo schrijft Vakblad Natuur Bos Landschap in het artikel Teloorgang van de tapuit.

Bescherming

Bescherming is hard nodig, denkt de Vogelbescherming. Vermindering van de stikstofdepositie is noodzakelijk. Daarnaast moeten geschikte broedgebieden beschermd worden door een juiste begrazing en vermindering van de recreatiedruk. Eventueel is nestbescherming met gaas mogelijk tegen predators als vossen.


(Bron foto: Wikimedia, Philippe Kurlapski)