Nieuws

Diergeneesmiddelen overschrijden mogelijk norm in oppervlaktewater

Antiparasitaire stoffen en afbraakproducten van diergeneesmiddelen kunnen grond- en oppervlaktewater verontreinigingen, blijkt uit eerste berekeningen. Maar veel informatie ontbreekt nog, veel berekeningen zijn gemaakt op basis van aannames. Daarom is nader onderzoek wenselijk.

Antiparasitaire stoffen in diergeneesmiddelen en de afbraakproducten van deze stoffen kunnen zich na gebruik via mest en urine in het milieu verspreiden. Meestal gebeurt dat via het water. Ze komen zo in het grond- of oppervlaktewater terecht. Of dit gebeurt, hangt onder meer af van de hoeveelheid middelen die gebruikt zijn en de eigenschappen van de stoffen.

Op basis van een eerder onderzoek, concludeerde CLM in 2016 in het onderzoeksrapport 'Diergeneesmiddelen en waterkwaliteit' dat antiparasitaire diergeneesmiddelen mogelijk een risico voor water opleveren. Maar die conclusie was gebaseerd op een zeer beperkte beschikbaarheid van stofgegevens. Informatie over gebruiksvolumes was er niet. Het was de aanleiding voor het Ministerie van Economische Zaken om bij het RIVM de vraag neer te leggen of anti-parasitaire diergeneesmiddelen een probleem kunnen vormen.

Concentraties

Het rapport 'Inventarisatie mogelijke risico's van antiparasitaire diergeneesmiddelen', dat dit jaar verscheen, laat zien dat er inderdaad risico's kunnen zijn. Uit de lijst van in Nederland toegelaten antiparasitaire stoffen selecteerden de onderzoekers van RIVM in samenwerking met Wageningen Environmental Research 15 stoffen. Voor die 15 stoffen hebben ze de mogelijke concentraties in grond- en oppervlaktewater in beeld gebracht door een berekening te maken van de uitspoeling naar grondwater en de drainage naar het oppervlaktewater.

Grondwater

Van deze 15 stoffen bleken twee stoffen in het grondwater uit te kunnen spoelen in concentraties net boven de norm van (0,1 μg/L): oxfendazol en toltrazuril-sulfon. Eén stof, prinomectine, komt met een concentratie van boven 0,01 μg/L in de buurt van die norm.

Oppervlaktewater

Via drainage naar het oppervlaktewater komt een andere stof in beeld. Op grond van de uitgevoerde berekeningen overschrijdt, permethrin de formele milieukwaliteitsnorm (MKN) voor het oppervlaktewater. Vijf andere stoffen (eprinomectine, fenbendazol, ivermectine, mebendazol en oxfendazol) overschrijden de nuleffectconcentratie, of PNEC. Dat is de voorspelde concentratie waaronder geen effecten op organismen in het water worden verwacht.

Aannames

Voor de berekeningen zijn diverse aannames gemaakt, omdat niet alle gegevens beschikbaar zijn. Zo zijn er maar weinig metingen van antiparasitaire stoffen in grondwater en oppervlaktewater beschikbaar waaraan je de berekeningen kunt toetsen. Een logische vervolg is een nader onderzoek naar de gemaakte aannames bij de berekeningen, zoals de stofeigenschappen, de gehanteerde scenario’s.

(Bron foto: Pixabay)