Nieuws

Digestaat als duurzame kunstmestvervanger

Digestaat, het restproduct dat ontstaat bij biovergisting, kun je inzetten als meststof. Het zou een duurzame vervanger kunnen zijn van kunstmest met een positief effect op de bodem. Toch vragen bollentelers zich af of je zo geen ziekteverwekkers overbrengt.

In Noord Holland nam een groep agrarisch ondernemers in 2019 een failliete biovergister in Hensbroek over met het idee zelf plantaardig restmateriaal te vergisten. In de biovergister worden vooral bloembollen, groente-afval en plantenresten vergist tot methaangas. Wat overblijft, het resterend materiaal of digestaat, zou je in kunnen zetten als meststof. In een artikel in vakblad Greenity delen verschillende ondernemers hun ervaringen. Sommige akkerbouwers en bollenkwekers zijn positief over de werking van het digestaat. Zo heeft het een positief effect op de bodem.

Digestaat

Niet iedereen is direct enthousiast om digestaat als meststof in te zetten, zo blijkt uit het artikel. Bollenkwekers zijn afwachtend omdat ze vrezen voor mogelijke aanwezige ziekteverwekkers. Maar uit onderzoek van proeftuin Zwaagdijk blijkt in het plantenmateriaal aanwezige ziekteverwekkers het vergistingsproces niet overleven. Het digestaat bevat vooral stikstof en kali en weinig fosfaat. Uit analyse bleek dat een ton digestaat 5 kg N, 2 kg P en 7 kg K bevatte.

Een van de bollenkwekers die digestaat toepast is tulpenbroeier Nico Karsten. Hij is overtuigd van de positieve werking van het digestaat. Hij gebruikt het al jaren in zijn kasgrond en in de teelt van pioenen. Bollenkweker Leen van de Mark deed als experiment voor het eerst ervaring op met digestaat. Bij hem werd in tulpen een bemesting met 30 en 50 ton digestaat vergeleken met kunsmest. De bollen met digestaat bleken na het eerste jaar iets minder op te brengen, maar ze bleken wel vrij van Fusarium. Voor een goede beoordeling zou je het effect van een tweede teeltjaar moeten afwachten, zegt onderzoeker Frank Kreuk van Proef-tuin Zwaagdijk.

Kunstmestvervanger

Andere ervaringen, die in het artikel beschreven worden, komen van akkerbouwer en pluimveehouder Jandavid Stroo die zo'n 40 tot 50 kuub digestaat per ha toepast in combinatie met kunstmest in de teelt uien, tarwe en knolselderij. En Ted Vaalburg, teler van knolselderij, aardappelen en pompoenen gebruikt 35 tot 50 kuub dunne digestaat per ha. Hij heeft zijn kunstmestgebruik met 50% kunnen verminderen. Vaalburg ziet dat het bodemleven verbeterd. Hij vindt digestaat een duurzame kuinstmestvervanger die beter is voor bodem en milieu.

(Bron foto: Shutterstock)