Nieuws

Hoe kan ons voedsel duurzamer worden?

Duurzaam eten, minder voedselverspilling en zorgvuldig produceren zijn belangrijke factoren voor een duurzaam dieet. Consumenten kunnen het niet alleen, alle schakels in de voedselketen zijn belangrijk voor de overgang naar een duurzaam dieet.

Dat blijkt uit een presentatie van milieufilosoof Hanneke Muilwijk, verbonden aan het Planbureau voor de Leefomgeving. Ze vertelt dat meningen over de duurzaamheidsproblemen sterk verschillen. En daarom de ideeën over de oplossingen dus ook. In haar presentatie wordt de voedselconsumptie van Nederland als uitgangspunt genomen.

Voedselconsumptie van Nederlanders

Het eetpatroon van de meeste Nederlanders voldoet niet aan de gezonde richtlijnen. Zo eten we teveel rood vlees, zout en verzadigd vet en we eten teveel in totaal. Maar tussen bevolkingsgroepen zijn er verschillen. Hoogopgeleiden eten bijvoorbeeld meer groente en fruit dan laagopgeleiden.

We halen veel voedsel dat we eten uit het buitenland. 75% van het voedsel dat nodig is voor het eten van Nederlanders, komt uit het buitenland. Ook de plaats waar voedsel bewerkt wordt is vaak niet in Nederland. Er is een soort mismatch van de voedselconsumptie aan de ene kant en voedselproductie aan de andere kant. Dat maakt het voor de overheid lastig wat te doen, aldus Muilwijk.  

De impact van voedsel op de leefomgeving

De manier van voedsel produceren bepaalt hoe het landschap eruitziet. Voedselproductie kan leiden tot ontbossing, het kan nadelige gevolgen hebben voor de biodiversiteit en het zorgt voor emissies van broeikasgassen, stikstof en fosfaat. Meer dan 50% van de uitstoot van stikstof wereldwijd wordt veroorzaakt door voedselproductie.

Wat het ingewikkeld maakt, is dat wat goed is voor het ene aspect nadelig kan zijn voor het ander. Scharrelkippen zijn bijvoorbeeld goed voor dierenwelzijn, maar zorgen wel voor meer uitstoot van fijnstof.  

Duurzaam dieet

Muilwijk komt met drie oplossingsroutes voor een meer duurzame voedselvoorziening:

  1. Duurzamer eten
    Dierlijke producten, en dan met name vlees en zuivel, gebruiken meer land dan plantaardige producten. Dus het helpt om minder vlees te consumeren. Wat ook een bijdrage levert is groente en fruit uit het seizoen te eten en minder verpakt voedsel te kopen. Hiervoor moet het eetpatroon van consumenten aangepast worden, wat niet makkelijk is. Meestal doen consumenten boodschappen op de automatische piloot. Het is routinegedrag dat verandert moet worden. Het voedselaanbod is daarbij ook belangrijk. Consumenten kunnen dit dus niet alleen.
  2. Minder voedselverspilling
    De voedselverspilling daalt niet meetbaar. De consument is verantwoordelijk voor ongeveer een derde van de voedselverspilling en is daarmee de grootste verspiller. Voorkomen dat je eten weggooit is van belang. Ook het verspillen van voedsel is een gewoonte die doorbroken moet worden. Daarom zijn alle schakels in het voedselsysteem van belang voor het verminderen van voedselverspilling.
  3. Zorgvuldiger produceren
    Cruciaal bij zorgvuldiger produceren is het verdienmodel. Boeren hebben vaak weinig bewegingsvrijheid in hun keuzes, zoals door investeringen die ze in het verleden hebben gedaan. Schaalvergroting en efficiëntie waren jarenlang van belang. Produceren met oog voor de leefomgeving kost vaak meer geld. Bedrijven zouden boeren kunnen stimuleren om duurzamer te produceren. Daarbij kun je ook denken aan het uitwisselen van kennis of door keurmerken. Supermarkten zouden duurzame producten als standaardproduct kunnen gaan verkopen.

Veel boeren produceren echter voor de wereldmarkt. Het overgaan op een mondiaal duurzaam voedselsysteem is dus afhankelijk van veel schakels in de keten en zou mondiaal aangepakt moeten worden.

(Bron foto: Shutterstock)