Nieuws

Hogere eiwitopbrengst voor melkveehouders

In het kader van duurzaamheid is het voor melkveehouders belangrijk om minder buitenlandse eiwitten in te voeren. In de brochure ‘Eiwit van eigen land’ staan maatregelen om de eiwitopbrengst van eigen land te optimaliseren.

Melkveehouders kunnen eiwitten voeren van ingevoerde producten als soja en palmpitten, maar daaraan kleven milieutechnische bezwaren. Beter is het verhogen van eiwitten van eigen land zodat je de kringloop verder kunt sluiten. Onderzoekers van Wageningen University & Research (WUR) hebben samen met PPP-Agro Advies en zeven melkveehouders van Royal Bel Leerdammer de brochure 'Eiwit uit eigen land'en poster 'Eiwit uit eigen land' ontwikkeld met daarin concrete maatregelen om de opbrengst eiwitten op eigen land te verhogen.

Eiwitefficiëntie

Eiwit van Eigen Land (EEL) is een kengetal in de melkveehouderij. De melkveehouder bereikt een hoge eiwitefficiëntie door zijn dieren precies genoeg eiwit te voeren. Zo zorgt hij dat er weinig verlies is naar de lucht, bodem en water. Ook een hoge gewasproductie kan de eiwitopbrengst verhogen. Dit scheelt de veehouder tevens in de portemonnee omdat hij geen eiwit hoeft aan te kopen. In de brochure staat een stappenplan om de EEL-score te berekenen en welke maatregelen daarbij genomen kunnen worden. :

Stap 1: EEL-score berekenen

De melkveehouder bepaalt aan de hand van de Kringloopwijzer zijn EEL-score. Die EEL-score bereken je door eigen geteeld eiwit te delen door de hoeveelheid gevoerd eiwit * 100%. Het aantal kg melk dat je per per hectare produceert en de grondsoort hebben invloed op de EEL-score. Nadat je de EEL hebt berekend, kun je als melkveehouder de waarde vergelijken met die van soortgelijke bedrijven.

Stap 2: Verbeterpunten

Met de uitslag van de EEL-score ziet de boer waar mogelijkheden tot verbetering zijn. In de brochure is te lezen dat de melkveehouder het meest efficiënt kan sturen op de volgende factoren:

  1. Percentage grasland in het totale areaal
  2. Percentage vers gras in het rantsoen
  3. Verhouding Ruw Eiwit (RE)/kVEM in het gevoerde rantsoen
  4. Grasland opbrengst in kilo droge stof per hectare
  5. Aantal stuks jongvee per 10 melkkoeien
  6. Kg krachtvoer (incl. bijproducten) per 100 kg melk

Bovenstaande factoren krijgen een cijfer van 1 t/m 5. Een 1 betekent dat er laag wordt gescoord en er dus veel verbetering mogelijk is.

Stap 3: Maatregelen

De melkveehouder kan per factor maatregelen nemen. Er zijn direct toepasbare maatregelen en tactische of strategische maatregelen die meer tijd vragen. Deze staan genoemd in de brochure. Een voorbeeld van een direct toepasbare maatregel voor verbetering van 'het percentage vers gras in het rantsoen' is meer uren per dag beweiden. Een tactisch strategische maatregel is het toepassen van zomerstalvoedering, vooral in de herfst. Deze kost meer tijd omdat machines aanwezig moeten zijn en de stal moet beschikken over een voerhek of vreetplaatsen.

Groen Kennisnet besteedt deze week extra aandacht aan kringlooplandbouw, met elke dag een bericht over een specifiek onderwerp. Meer informatie over Kringlooplandbouw vind je op het portaal Kringlooplandbouw.

(Bron foto: Shutterstock)