Nieuws

Kennis over laagveen- en het zeekleilandschap

De laagveen- en zeekleilandschappen zijn beeldbepalend voor grote delen van laag Nederland. Je vindt er poldergraslanden, kreeklandschappen en veenontginningen. Kennis over het beheer van die landschappen is gebundeld in een brochure.

Het lage land van Nederland vind je langs de kustgebieden in Noord- en Zuid-Holland, Zeeland, Utrecht, Friesland en Noordwest-Overijssel. Dat land wordt wel gezien als een typisch Nederlands landschap. Je vindt er de veenweidegebieden, verveende laagveengebieden met plassen of een systeem van legakkers en petgaten en het zeekleilandschap. Dit landschap is ontstaan door overstromingen vanuit zee en rivieren, veenvorming en kleiafzettingen. Het zijn meestal jonge landschappen die in de loop van de middeleeuwen geleidelijk in cultuur zijn gebracht.

Veenontginning

Sommige landschappen zijn voor de natuur zeer waardevol. Denk aan de plassen die ontstaan zijn door de veenontginning zoals je die in De Wieden in Noordwest-Overijssel vindt of de Nieuwkoopse Plassen in Zuid-Holland of het landschap van van petgaten en legakkers zoals in het Ilperveld of de Weerribben. Ook in het zeekleigebied vind je waardevolle landschappen zoals de poldergraslanden in Arkemheem bij Nijkerk of ingepolderde kreekgebieden in de Zeeuwse delta.

Kennis

Het Kennisnetwerk OBN heeft veel onderzoek gedaan naar de sturende processen die de kwaliteit van deze gebieden bepalen. Die kennis over de landschappen, ontstaansprocessen of beheermaatregelen is nu gebundeld in een brochure 'De kennis van het lage land'.

Verlanding

Zo besteedt die brochure aandacht aan verlandingsprocessen in petgaten. Petgaten groeien in de loop van de tijd dicht. Je ziet er een opeenvolging van verschillende verlandingsstadia van drijvende trilveenvegetaties via veenmosrietland naar een veenbos. Die verlandingsprocessen zijn interessant omdat ze zorgen voor grote botanische diversiteit en een grote verscheidenheid aan macrofauna.

Groene glazenmaker

Een voorbeeld is de zilveren maan, een opvallend oranje gekleurde maar zeldzame dagvlindersoort die je alleen in deze laagveengebieden tegenkomt. Een andere soort is de groene glazenmaker, een libellensoort die sterk gebonden is aan krabbenscheer, een van de plantensoorten die een belangrijke rol speelt in het verlandingsproces. In de brochure vind je informatie over deze soorten en over het gewenste beheer. Wat moet je doen om die verlandignsprocessen in stand te houden?

Naast verlanding besteedt de brochure ook aandacht aan verbrakking, peilbeheer, bevloeiing en stikstofdepositie. Een aantal beheersituaties uit de praktijk worden besproken zoals het flexibel peilbeheer in het Naardermeer of het water- en vegetatiebeheer in de Nieuwkoopse plassen.

(Bron foto: Jan Nijman)