Nieuws

Kernfokkerij beoogt betere biggen

Op een kernfokkerijbedrijf staat alles in het teken van het fokken met de beste raszuivere biggen om genetische vooruitgang te boeken. In Pig Business legt varkenshouder Jochemsen uit hoe dat in z’n werk gaat.

Evert en Hennie Jochemsen houden op hun bedrijf in Bennekom 400 York-zeugen. Zij zijn kernfokker voor fokkerijorganisatie TOPIGS en dat stelt andere eisen aan het dagelijks werk, vertelt Jochemsen in Pig Business (2, 2014). Naast het artikel Kernfokkerij is topje van piramide is er ook een fotoreportage gemaakt over het bedrijf.

Selectieproces

Vlak na de geboorte worden alle biggen gewogen en wordt DNA afgenomen. Zo begint het selectieproces, waarbij op een leeftijd van 3 weken en 6-7 maanden onder meer exterieur, beenwerk en spenen beoordeeld worden. Bij de zuivere Z-lijn wordt met een zogeheten Live-Muscle-Scan de spier- en spekdikte gemeten. Alle gegevens komen terug in een Topigs Selectie Index (TSI). De beste biggen worden goedgekeurd om de Z-lijn zeugen te vervangen en te verbeteren. Jochemsen houdt deze gelten aan (zeugen die voor het eerst biggen krijgt). De beren kunnen mogelijk als ki-beer voor Topigs worden ingezet.

Verbetering

Sinds 2012 is Topigs bezig met genetisch onderzoek binnen de zeugenlijnen, meldt het artikel in Pig Business. Daarmee brengt de fokorganisatie de genetische vooruitgang van de zeugen in kaart. Kernfokkers zijn de eersten die dat merken, volgens Jochemsen: ‘De afgelopen 5 jaar is de uitval in het kraamhok met 2 procent gedaald, terwijl het aantal geboren biggen met 0,3 big per zeug per jaar is toegenomen.’

Vitale biggen

‘We willen graag iedere big die wordt geboren ook grootbrengen, dat zijn we richting de maatschappij verplicht,’ citeert Pig Business Jochemsen. Bigvitaliteit en de moedereigenschappen van de zeug zijn dus belangrijk in het fokprogramma. Naast zeugen die lang meegaan en biggen die niet voortijdig uitvallen, streeft Topigs ook naar een verbetering van de voederconversie, meldt het artikel. Of dat lukt, is onder meer af te lezen aan de spier-spek-verhouding van het dier.


(Bron foto: Thinkstock)