Nieuws

Kringlooplandbouw: efficiëntie of sufficiëntie?

Meedoen aan de circulaire economie kan betekenen dat je je tractor op blauwe diesel laten rijden of je eigen gemaaide gras aan je koeien voert of meer recyclet. Maar er is ook invulling aan circulariteit te geven op verdergaande manieren. Een circulaire economie van het genoeg.

In de 2021-editie van de Week van de Circulaire Economie publiceren WEcR-senior onderzoekers Hans Dagevos en Carolien de Lauwere het artikel “Circular business models and circular agriculture: Perceptions and practices of Dutch farmers” in het tijdschrift Sustainability.

In dit onderzoek verkennen zij de recente literatuur over circulaire businessmodellen en bekijken deze in relatie met circulaire economie en kringlooplandbouw. Boeren kregen de kans om in interviews hun praktijkvisie op circulariteit te geven. Hans Dagevos: ”In Nederland heerst nog de adaptieve benadering, maar opvallend veel boeren die ondervraagd zijn voor dit artikel bleken supporters van het alternatieve perspectief.“

Adaptieve benadering

Wat houden deze adaptieve en alternatieve benaderingswijzen in? De eerste is erop gericht de circulaire economie binnen de bestaande kaders en geijkte doelen in te richten. Circulair vanuit het adaptieve perspectief betekent dat boeren hetzelfde blijven doen wat ze altijd al deden maar door het slim inzetten van technologie hun bijdrage leveren aan kringlooplandbouw. Zo neemt een boer bijvoorbeeld stappen om meer te gaan recyclen in het bedrijf, duurzame energie te produceren of emissies te reduceren. Er wordt dus zwaar geleund op technologische innovatie die de duurzaamheidswinst moet brengen en bepalend is voor het tempo en karakter van verandering: langzaam en behoudend.

Alternatieve benadering

De alternatieve benaderingswijze is volstrekt anders. Hier gaat het om verandering in de landbouw die juist verder gaat dan wat in de economie en de bedrijfsvoering van nu het bepalende denken en doen is. We hebben het hier over fundamentele verandering waar efficiëntiedenken plaatsmaakt voor sufficiëntie (‘economie van het genoeg’). De vanzelfsprekendheid van economische groei en zoveel mogelijk produceren tegen zo laag mogelijk kosten krijgt hier kritiek vanuit een andere manier van denken die zoekt naar ‘kwalitatieve’ groei en het vertragen en vernauwen van kringlopen. Als deze theorie naar de praktijk wordt vertaald betekent dit minder produceren en consumeren.

Hoop houden

De circulaire economie in het algemeen en de kringlooplandbouw in het bijzonder wordt nog altijd gedomineerd door de adaptieve benaderingswijze. De Integrale circulaire economie rapportage 2021, die onlangs vanuit het PBL verscheen, bevestigt dit beeld. Toch horen onderzoekers Dagevos en De Lauwere in de gehouden interviews met de door hen geselecteerde boeren veel geluiden die er blijk van geven dat de alternatieve benadering aanhang heeft. Zo geven boeren bijvoorbeeld aan dat circulaire economie echt geen business as usual is. En ze merken op dat als het gaat om het ombouwen en uitfaseren van de bestaande landbouw dat kringlooplandbouw echt méér inhoudt dan de visie van LNV. Hans Dagevos: ”Met zulke boeren mogen we hoop houden dat we voorbij het aarzelende beginstadium komen waar de circulaire economie en kringlooplandbouw zich nu in bevinden.”