Nieuws

Minder biggenuitval met goed kraammanagement

Door een goed kraammanagement kun je het percentage biggenuitval omlaag brengen. Hygiëne is een van de aandachtspunten, maar je kunt meer doen.

De uitdagingen voor varkenshouders van morgen zijn - naast verbetering van het geboorte-, biest- en melkmanagement - een verminderd medicatiegebruik en een verbeterd welzijn. Tijdens de studiedag van de Vlaamse Varkens Academie in 2016 noemde Kristien Vanbelleghem - specialist zeugenhouderij - verschillende aandachtspunten om te werken aan een beter kraamstalmanagement. Vakblad Management & Techniek zette de verschillende verbeterpunten op een rij in het artikel 'Optimaal kraamstalmanagement leidt tot minder biggenuitval'.

Hygiëne

Voor een goede ontwikkeling is hygiëne belangrijk. Omdat pasgeboren biggen weinig weerstand hebben is een schone geboorteplaats een must. Je kunt daarom het best de gewassen zeugen vijf tot zeven dagen voor het werpen naar een schone en ontsmette kraamstal brengen. Het is belangrijk dat de stal goed droog is. Bij de geboorte moet je voorkomen dat biggen - die nog geen vetreserve hebben - te snel afkoelen. De temperatuur in het biggennest moet daaorm tussen 32 en 35°C bedragen. Om stress bij de zeug te vermijden is rust in de kraamstal essentieel.

Uitvalspercentage

Biggen worden soms doodgeboren of zijn te zwak en sterven binnen de eerste uren na geboorte. Eigenlijk mag het percentage doodgeborenen niet hoger zijn dan 8%, schrijft het vakblad. En het totale uitvalspercentage mag niet meer dan 12% zijn. Een uitvalspercentage van 10% is haalbaar. Is dit percentage hoger, dan moet je je afvragen wat er aan de hand is. Is er wel voldoende ventilatie bijvoorbeeld?

Biestmelk

Biest is essentieel voor de pasgeboren biggen. Een zeug produceert gemiddeld 3,5 kilo biestmelk. En elke big zou minimaal 350 gram biest moeten opnemen om de eerste 24 uur te overleven en goed te groeien. Biggen zouden binnen een half uur na de geboorte moeten beginnen met drinken. Hoeveel biest een big opneemt, hangt af van de vitaliteit en het geboortegewicht. Te lichte biggen, lichter dan 700 gram, hebben daarom een lage overlevingskans. Om de biest gelijkmatig te verdelen, zou je eerstgeboren biggen tijdelijk even af kunnen zonderen zodat later geboren biggen ook voldoende krijgen.

(Bron foto: Shutterstock)