Nieuws

Minder broeikasgassen uit land- en tuinbouw

In 2030 moet Nederland jaarlijks 49% minder broeikasgassen uitstoten dan in 1990. In de landbouw is veel mogelijk: door bomen te planten, door CO₂-opslag in de bodem of door de methaanemissie in de rundveehouderij te verminderen.

Om bij te dragen aan de Nederlandse klimaatdoelstellingen, zal de Nederlandse land- en tuinbouw en andere landgebruikers jaarlijks 3,5 miljoen ton minder broeikasgassen moeten uitstoten. Dat betekent dat er (1) minder CO₂ vrij moet komen, (2) dat je CO₂ moet opslaan, bijvoorbeeld in de bodem, en (3) dat de melkveehouderij de uitstoot van methaan - een sterk broeikasgas - moet verminderen. In het artikel 'Hoe boeren broeikasgassen kunnen verminderen' verkent KennisOnine de mogelijkheden.

Bomen

Zo kun je door het aanplanten van bomen CO₂ vastleggen. De Wageningse hoogleraar Europese bossen, Gert-Jan Nabuur schat dat je door goed beheer of door in te grijpen de CO₂-vastlegging van bossen in Nederland met de helft kunt vermeerderen. Als voorbeeld wordt in het artikel pluimveehouder Johan Verbeek genoemd die tweehonderd notenbomen plantte waaronder zijn 16.000 kippen kunnen lopen. Dat notenbosje kan acht tot negen ton CO₂ per hectare per jaar vastleggen.

Bodem

Ook in de bodem kun je CO₂ vastleggen en vasthouden. Wageningse bodemspecialist Peter Kuikman denkt dat je door beter landgebruik wel een miljoen ton CO₂ kunt vastleggen. Het is daarbij ook belangrijk te zorgen dat aan de bodem toegevoegde organische stof niet te snel wordt afgebroken door micro-organismen. Je kunt onnodig koolstofafbraak beperken door bijvoorbeeld minder vaak en minder diep te ploegen. En in de laaggelegen veenwijdegronden kun je zorgen dat minder veen oxideert door de grondwaterstand te verhogen. Daarom wordt op verschillende plaatsen in het veenweidegebied geëxperimenteerd met een hoger grondwaterpeil.

Koeien

Methaan (CH₄) is een 25 keer sterker broeikasgas dan CO₂. Volgens onderzoeker Leon Šebek is de koe voor meer dan 65% verantwoordelijk voor de bijdrage van de veeteelt aan klimaatgassen. Dit methaan komt voor 20% uit de mest, en voor 80% uit de bek en neus van de koe. De methaanemissie uit mest kun je flink reduceren door mest beter op te vangen, af te dekken en vervolgens te vergisten tot biogas. Lastiger is de reductie van methaan uit bek en neus. Door voermaatregelen kun je de uitstoot bijna halveren. Maar Šebek zegt dat we voorlopig blij moeten zijn met een afname van 20 tot 25%.

Glastuinbouw

In de glastuinbouw blijkt ook veel mogelijk. Sinds de start van het onderzoeksprogramma 'Kas als energiebron' is de CO₂-emissie in die sector met een derde afgenomen tot 4,4 miljoen ton per jaar, terwijl de productie per oppervlakte is verdubbeld. Glastuinders doen dat door warmte beter binnen te houden, warmte terug te winnen uit ventilatielucht of te werken met een warmtepomp of geothermie.

(Bron foto: Shutterstock)