Nieuws

Nieuwe aanpak onkruidbestrijding in maïs

Onkruidbestrijding van met name gladvingergras en haagwinde in maïs is lastig nu het herbicide topremazone niet meer is toegelaten. Maar er zijn mogelijkheden als je er maar vroeg bij bent.

Gladvingergras (Digitaria ischaemum) en haagwinde (Convolvulus sepium) zijn lastig te bestrijden onkruiden in maïs. Tot vorig jaar was een chemische bestrijding met het topremazone, merknaam Clio mogelijk, maar dit contactherbicide is niet meer toegestaan. In 2016 voorzag vakblad Grondig dit probleem in het artikel 'Geen Clio, maar wat dan?'. Nu schrijft het vakblad in het artikel 'Bestrijding gladvingergras vraagt een nieuwe aanpak' dat er wel wat mogelijkheden zijn om dit onkruid aan te pakken.

Vroeg beginnen

Waar het om gaat is vooral vroeg te beginnen met de bestrijding. Je kunt voor opkomst van de maïs al een bestrijding uitvoeren met een bodemherbicide. Het vakblad noemt vier verschillende middelen. Daarnaast worden een aantal combinaties van zogenaamde ALS-remmers genoemd. Middelen die er voor zorgen dat het onkruid een essentieel enzym niet meer aanmaakt waardoor de groei direct stopt.

Kiemplanten

Wil je geen voor-opkomstbespuiting uitvoeren, dan kun je gladvingergras alleen aanpakken door een tijdige bespuiting, schrijft het vakblad. Je zult dus in het land moeten kijken welke kiemplanten er staan. Zie je een gras dat op hanepoot lijkt, maar met een vliezig tongetje en wat haren, dan is dat glad vingergras.

(Bron foto: Pixabay)