Nieuws

Onderschatten risico's mestgassen is dodelijk

Veehouders en loonwerkers zijn wel gewend met mest om te gaan en bovendien altijd bereid elkaar te helpen. Het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid over het fatale mestongeluk in Makkinga laat zien hoe die twee eigenschappen een dodelijke combinatie kunnen vormen.

Het ging goed mis op 19 juni 2013 op een melkveehouderij in Makkinga. Een werknemer van een gespecialiseerd bedrijf was de mestsilo aan het schoonmaken toen hij onwel werd. Zijn collega, die op de rand van de silo op wacht stond, schoot hem te hulp, net als drie anderen die op het bedrijf aan het werk waren. Een van hen is, terwijl hij de ladder afdaalde, weer teruggestuurd. Dat heeft hem het leven gered. De vier mannen in de silo raakten allemaal bedwelmd, drie van hen overleefden het niet.

Het ongeluk staat helaas niet op zichzelf. Sinds 1980 zijn er zeker 35 zware ongelukken met mestgassen geweest, waarbij mensen zwaargewond raakten of overleden. Daarnaast zijn er vermoedelijk nog vele - minder ernstige - ongevallen geweest, die niet zijn gemeld. Daarom geeft de Onderzoeksraad aan dat de in het rapport geïnventariseerde gevallen waarschijnlijk slechts het topje van de ijsberg zijn.

Eén ademteug

De hoofdoorzaak ligt volgens de Onderzoeksraad in het onderschatten van de risico's van mestgassen. Veel betrokkenen weten niet dat bij hoge concentraties mestgassen één ademteug al voldoende is om bedwelmd te raken. Dat is een belangrijke factor bij het ontstaan van ongelukken tijdens het werken. Maar het is een extra complicerende factor omdat omstanders zich onbeschermd naar de plaats van het ongeluk snellen om te proberen het slachtoffer te redden en daarbij zelf ook bedwelmd raken. Dit is in Makkinga gebeurd, en bij maar liefst de helft van de andere zware ongelukken met mestgassen.

Naast (of vanwege) onbekendheid met de risico's van mestgassen, is er ook onvoldoende aandacht voor veilig werken met mest. Bij het ongeluk in Makkinga was de apparatuur waarmee gewerkt werd niet geschikt voor de situatie. In de arbocatalogi zijn de te treffen maatregelen om veilig te werken niet concreet uitgewerkt. Daardoor moeten de betrokken bedrijven zelf maar bepalen hoe ze moeten werken in een omgeving met mestgassen. In de catalogi wordt zelfs helemaal niet aangegeven dat (laat staan hoe) maatregelen moeten worden genomen om in geval van nood op een veilige manier hulp te bieden.

Aanbevelingen

Door nieuwe ontwikkelingen denkt de Onderzoeksraad dat de risico's op ongelukken met mestgassen alleen nog maar toenemen. Zo nemen bedrijven nog steeds toe in grootte en aantal dieren. Dit betekent ook meer mest(opslag). Die opslag moet op vanwege het mestbeleid ter bescherming van het milieu steeds beter afgesloten zijn, waardoor mestgassen zich sneller kunnen ophopen. Daarnaast zorgt de toevoeging van andere stoffen, zoals bijvoorbeeld spuiwater van luchtwassers, ervoor dat mestgassen zich sneller kunnen vormen.

Daarom doet de Onderzoeksraad verschillende aanbevelingen om vooral lessen te leren uit de ongelukken en die kennis binnen de sector te verspreiden. Niet alleen voor de mensen die al in de sector werkzaam zijn, maar ook bij de aoc's en agrarische hogescholen moet veilig werken met mest een vast onderdeel van het curriculum worden. Daarnaast moeten de arbocatalogi worden aangevuld met concrete voorschriften voor het veilig werken met mest in besloten ruimtes, waarbij gebruik kan worden gemaakt van het veiligheidsprotocol in de Leidraad veilig werken in mestopslagen.


(Bron foto: Thinkstock)