Nieuws

Schaapherder als natuurhoeder heeft potentie

'Naast de goede resultaten in natuurkwaliteit, vegetatiestructuur en aantallen hagedissen heeft gescheperde begrazing een hoge educatieve, recreatieve en cultuurhistorische waarde.'

Dit schrijft Wouter Bos, student aan de Hogeschool Van Hall Larenstein (VHL) te Velp in zijn afstudeerrapport De effecten van (langdurige) gescheperde begrazing door schapen op droge heide. In het voorwoord dankt hij specifiek zijn tante: mede dankzij haar hulp als oppas voor zijn dochters was hij in staat zelf aan de slag te gaan als schaapsherder.

'Hierdoor heeft mijn onderzoek weliswaar vertraging opgelopen, maar het heeft me ook veel opgeleverd. Ik heb zelf kunnen ervaren hoe schapenbegrazing in zijn werk gaat en ik heb de voor- en nadelen van schapenbegrazing met eigen ogen kunnen zien en meemaken.'

Lang begrazen: hoge kwaliteit

Bos heeft bestudeerd wat de effecten zijn van gescheperde begrazing op de lange en korte termijn op de natuurkwaliteit, structuurvariatie, (korst)mossen en aantallen levendbarende- en zandhagedissen van in totaal 8 onderzochte droge heidelocaties van Landschapsbeheer de Wassum (Venlo). Slotconclusie is dat de potentie van gescheperde begrazing van droge heide als beheermaatregel hoog is. In de samenvatting staan de belangrijkse resultaten. Zo blijkt dat de structuurvariatie van de vegetatie en de natuurkwaliteit hoger is in lang begraasde heideterreinen ten opzicht van kort begraasde heideterreinen.

Plaggen: structuurarm

Bos stelt verder: 'Plaggen als beheermaatregel van droge heide levert ook na vele jaren structuurarme heide op. Gescheperde begrazing heeft geen grote negatieve invloed op de aantallen levendbarende- en zandhagedissen. De hoge bedekking van stikstofminnende mossoorten op Boschheide kan een verklaring zijn voor de lage abundantie van typische heidekorstmossen'. In het rapport wordt verder ingegaan op deze resultaten, werkwijze en de diverse onderzoekslocaties.

Zie ook het hoofdstuk conclusie en discussie voor een beknopte uitwerking van de resultaten, uitgesplitst naar natuurkwaliteit, vegetatiestructuur en humusprofiel. Daarnaast doet Bos diverse aanbevelingen, onder meer voor beheer en vervolgonderzoek. Daarin ook aandacht voor sturing door de herder die rekening dient te houden met bijvoorbeeld broedende nachtzwaluwen of kwetsbare plantensoorten als rode dophei en klokjesgentiaan.

Gronden hebben schapen nodig

Het onderzoek komt tegemoet aan de roep om meer kennis op dit vlak. Zie bijvoorbeeld de presentatie Ecologische meerwaarde van Alterra waarin onderscheid wordt gemaakt tussen stand- en gescheperde beweiding en wordt gemeld dat weinig onderzoek is gedaan naar gehoede kuddes (verschijnen presentatie: 2004). Kennis wordt essentieel genoemd voor het herstel van het oude cultuurlandschap.

Ook de ervaringen in België lijken een deel van die kennislagune in te vullen. In ons buurland, zo is te lezen in een artikel in Management&Techniek (Schapen inzetten voor natuurdoelen) zijn 18 bedrijven beroepsmatig bezig met landschapsbegrazing. 'Vroeger hadden de schapen gronden nodig om aan voedsel te komen, vandaag hebben de gronden schapen nodig in het kader van natuurbeheer.' In het vakblad is te lezen dat steeds meer overheden en beheerders beseffen dat beheer met schapen doeltreffend kan zijn.


(Bron foto: Thinkstock)