Nieuws

Snelle trekkers op de weg

Landbouwvoertuigen op de weg vormen een verkeersrisico. Ze zijn groot en zwaar. Ze rijden langzamer in vergelijking met andere motorvoertuigen, maar snel ten opzichte van zwakke verkeersdeelnemers als fietsers. Soms rijden ze te snel.

Landbouwvoertuigen zijn ontwikkeld voor gebruik op het land en missen soms voorzieningen voor veiligheid zoals je die wel bij vrachtauto's of personenauto's aantreft. Ze zijn vooral zwaar, breed en hebben een afwijkende snelheid. Ze rijden langzaam ten opzichte van het gewone verkeer en snel ten opzichte van zwakkere verkeersdeelnemers als wandelaars of fietsers. Landbouwvoertuigen blijken vaak ook te snel te rijden. Het tijdschrift Verkeersrecht besteedt in een uitgebreid artikel aandacht aan landbouwvoertuigen op de openbare weg. Het artikel gaat met name in op de eisen waaraan landbouwvoertuigen moeten voldoen en waar ze mogen rijden.

Landbouwverkeer

Landbouwvoertuigen is een verzamelnaam voor verschillende soorten voertuigen. Het gaat niet alleen om landbouwtrekkers. Er zijn ook trekkers voor boswerkzaamheden of groenonderhoud, trekkers die in de grond- en water- en wegenbouw gebruikt worden. En daarnaast heb je nog zelfrijdend materieel, denk aan combines of bietenrooiers. Het artikel onderscheidt drie categorieën: landbouw- of bosbouwtrekkers (LBT’s), motorrijtuigen met beperkte snelheid (MMBS’) en aanhangwagens en verwisselbare getrokken machines (LBTA’s). De schatting is dat er in Nederland zo'n 70.000 landbouwvoertuigen zijn.

Platteland

Een deel van die voertuigen vind je op de openbare weg, vooral op het platteland. Dat landbouwverkeer is onvermijdelijk. Het is nodig om geoogste producten te transporteren, denk aan gerooide aardappelen of suikerbieten of gemaaid gras. Door schaalvergroting is het aantal verplaatsingen bovendien wat toegenomen. Door specialisatie zullen boeren werk vaker uitbesteden aan loonwerkers. Het is niet uitzonderlijk dat een loonwerker een werkrayon heeft van 30 kilometer rond zijn bedrijf.

Daarnaast verandert het platteland ook. Was het vroeger vooral het domein van de landbouw zelf, nu zie je dat er vaker stedelingen komen om te wonen of er te recreëren. Die ontwikkeling botst met de steeds groter wordende landbouwmachines.

Maximum snelheid

In het artikel wordt uitvoerig ingegaan op de eisen waaraan de verschillende landbouwvoertuigen moeten voldoen. Op pagina 6 vind je een schematisch overzicht. Zo blijkt dat voor alle typen voertuigen de maximumsnelheid 25 km/uur is. En bestuurders van LBT’s en MMBS’en op de openbare weg moeten minimaal 16 jaar oud zijn en sinds 2015 een T-rijbewijs hebben. Maar in het artikel is ook te lezen dat de maximum snelheid van 25 km/u massaal wordt overschreden. Snelheden van rond de 40 km/u zijn niet ongewoon. Dat leidde tot discussie.

Kenteken

In de Tweede Kamer is een motie aangenomen om die maximumsnelheid naar 40 km te verhogen, maar om dat te kunnen handhaven is een kenteken nodig. Helaas, zo constateert de auteur, is het wetsvoorstel van december 2016 voor een gecombineerde invoering van een kenteken en een hogere maximum snelheid afgewezen.

Verkeersrisico

Een van de vragen die centraal staat in het artikel is de vraag waar landbouwvoertuigen mogen rijden. Volgens de wet mogen landbouwvoertuigen rijden op alle wegen met uitzondering van autosnelwegen, autowegen en wegen die gesloten zijn voor langzaam verkeer of landbouwvoertuigen. Vaak is dat met verbodsborden aangegeven. Je vindt landbouwvoertuigen daarom op provinciale wegen waar een maximum snelheid van 80km/u geldt, of op kleinere wegen. Op die provinciale wegen zorgt het snelheidsverschil met het gewone verkeer voor een verkeersrisico. Op de kleinere, vaak smalle wegen is de hoge snelheid en gewicht juist een risico voor fietsers en voetgangers.

Verkeersdoden

Landbouwverkeer op de openbare weg blijft een vreemde eend in de bijt, stelt de auteur. Massa, snelheid en voertuigkarakteristieken wijken af waardoor landbouwvoertuigen gevaarlijk zijn. De auteur, Dr. ir. C.F. Jaarsma, verwijst naar het onderzoeksrapport verkeersveiligheid landbouwverkeer uit 2016. Uit dat onderzoek blijkt dat in de periode 1987 tot 2015 het aantal verkeersdoden sterk is gedaald, maar dat het aantal dodelijke ongevallen met betrokkenheid van landbouwvoertuigen nauwlijks daalt. De wetgeving inzake landbouwvoertuigen loopt achter, stelt Jaarsma, en mede daardoor blijft politietoezicht grotendeels achterwege.

(Bron foto: Shutterstock)