Nieuws

Sorghum als derde voedergewas

De eerste experimenten met de teelt van sorghum of kafferkoren laat zien dat dit gewas een goed alternatief is voor maïs als voedergewas. Sorghum zou 5 tot 10% meer eiwit opleveren dan mais.

Sorghum (Sorghum bicolor) of kafferkoren is een grasachtige graansoort die oorspronkelijk uit Afrika komt. In de Verenigde Staten wordt het op grote schaal als verbouwd, als alternatief voor mais. Het zou een goed voedergewas zijn. In Afrika, Centraal-Amerika en Zuid-Azië staat sorghum op de vijfde plaats van de verbouwde granen en is het een belangrijk voedselgewas. Ook in Nederland zou je sorghum kunnen telen.

Experimenten

Walter de Milliano is in Nederland een van de pioniers. Sinds 2005 veredelt hij sorghum voor de teelt in Nederland. En sinds zes jaar experimenteert het Loiu Bosk Instituut met de teelt van sorghum. Uit die experimenten blijkt dat sorghum 5 tot 10 % meer eiwit oplevert dan maïs. Universiteitsblad Resource besteedt in het artikel 'Sorghum van Hollandse bodem' aandacht aan proeven die nu uitgevoerd worden. In die proeven wordt sorghum geteeld op proefveldjes in Woudenberg (Utrecht), Wijnandsrade (Limburg) en Oldeboarn (Friesland).

Voordelen

Onderzoeker Gerrit Kasper ziet veel voordelen van dit gewas in vergelijking met snijmais. Sorghum wortelt veel dieper dan mais. Mais kan tot zo'n 60 - 80 cm diep wortelen. De wortels van sorghum halen 2 meter diepte. Bovendien is het wortelstelsel fijner wat een positief effect heeft op de bodemstructuur, zo legt hij uit. Bovendien kunnen de wortels kunnen meer CO₂ in de bodem opslaan. Een ander voordeel is dat sorghum stikstof beter benut dan maïs. Mais neemt niet al de toegediende stikstof op, het restant spoelt dan als nitraat uit. Maar sorghum laat niet of nauwelijks nitraat achter.

Proeven

De proeven moeten laten zien of dit ook echt zo is. De proef op de zandgrond in Woudenberg richt zich op de invloed van sorghum op het vochtgehalte van de bodem en de nitraatuitspoeling. Op de Limburgse löss wordt het effect van verschillende niveaus van bemesting onderzocht. En op de Friese veengrond staat de grondbewerking centraal.

De proeven trekken veel belangstelling schrijft Resource. Maar er zijn nog wel wat vragen. Het sorghumzaad is klein. De vraag is bijvoorbeeld welke grondbewerking het best is? En hoe je het gewas het beste zaait. Bovendien is sorghum vorstgevoeliger. Je zaait het daarom later, terwijl het traag groeit. Bovendien is het gewas nog niet goed aangepast op de langere dagen van onze zomers.

Als de financiering rond komt, is het idee om als vervolg in een driejarig programma te onderzoeken hoe sorghum zich gedraagt als voedergewas. Hoe verteren de koeien het? En wat is het effect op de melkgift.

(Bron foto: Pixabay)