Nieuws

Strokenteelt tegen erosie

De strokenteelt of striptill in maïs is in opkomst. Deze aanpak, waarbij je beperkte bodembewerking uitvoert, spaart het bodemleven, zorgt voor behoud van het organisch stofgehalte en voorkomt erosie. Een oplossing voor Vlaamse maïstelers.

Tot 2010 was de strokenteelt of striptill bij maïs nog vrij onbekend. Onderzoekers van het Louis Bolk Instituut besteedden er aandacht aan en veehouder Henk Pol in Drenthe deed rond die tijd als eerste ervaring op. Inmiddels is er meer ervaring opgedaan. Het aantal loonwerkers met een strokenfrees groeit en ook over de grens is er ervaring opgedaan, zoals in Noordrijn Westfalen. Voorlichter Ludgar Laurenz noemde het een geschenk. Groen Kennisnet besteedde er in maart 2015 aandacht aan. In Vlaanderen lopen er sinds 2013 proeven. Vakblad Management&Techniek besteedt er aandacht aan in het artikel 'Ervaring met striptill'.

Stroken

Bij strokenteelt wordt het perceel niet geploegd of volledig bewerkt. Je beperkt de bewerking tot een strook van maximaal 15 centimeter met een speciale strokenfrees waarin je de maïs zaait. De rest van de grond laat je met rust. In vergelijking met volledige grondbewerking spaar je het bodemleven en beperk je erosie. De techniek vraagt wel aanpaste apparatuur. Zo is er een de aangepaste strokenfrees nodig. Bovendien met je zorgen dat het maïszaad precies in het midden van de bewerkte strook terechtkomt. Gebeurt dit niet, dan is dat nadelig voor de kieming en ontwikkeling van de maïsplant. Daarom is gps nodig.

Erosie

Voor Vlaamse maïstelers is de strokenteelt een oplossing voor percelen waarvoor vanaf 2018 op grond van de Belgische erosiewetgeving een teeltverbod voor maïs te verwachten is. Het vakblad Veeteelt besteedt daar aandacht aan in het artikel 'Erosie bedreigt maïsteelt'. Bij de zogenaamde niet-kerende grondbewerking, ook wel ploegloos boeren genoemd, kun je het bodemverlies door erosie met 85 % verminderen, stelt het vakblad.

Ervaringen

In het artikel in Management&Techniek worden ervaringen van Vlaamse maïstelers beschreven. Hoewel de toepassing van de techniek soms lastig is, vooral op hellende percelen of percelen met zware grond, zijn de ervaringen toch goed. De opbrengst is op leemgronden iets lager dan bij de gangbare teelttechniek. De Vlaamse telers hebben ervaring met verschillende voorvruchten: gele mosterd, rogge en gras. Gele mosterd is makkelijk omdat het vorstgevoelig is. Na de winter kun je direct aan de slag. Gras en rogge moet je vooraf doodspuiten.

(Bron foto: Pixabay)