Nieuws

Verbeteren waterkwaliteit in stroomgebied Maas: mogelijkheden voor de landbouw

Het oppervlaktewater in de Maasregio (Noord-Brabant en Limburg) bevat veel stikstof en fosfor. Dit belemmert het halen van doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water (KRW). Om de belasting van de wateren met stikstof en fosfor voldoende af te laten nemen, liggen grote opgaven bij de landbouw, de waterschappen en het buitenland. Vanuit de landbouw is een forse en brede aanpak nodig, variërend van meer inzet van effectieve maatregelen uit het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer, tot bemesten binnen de gebruiksnormen. Dit blijkt uit onderzoek van Wageningen Environmental Research in opdracht van de ministeries van LNV, I&W en het Regionaal Bestuurlijk Overleg Maas.

Het water in de Maasregio bevat hoge concentraties stikstof en fosfor. Dit wordt veelal veroorzaakt door uit- en afspoeling van stikstof en fosfor als nutriënten vanuit landbouwgronden, lozingen van rioolwaterzuiveringen en toestromend water uit het buitenland. Om de KRW-doelen voor het oppervlaktewater te kunnen halen, moet de belasting met stikstof en fosfor in veel wateren van de Maasregio flink verminderen. Het waterkwaliteitsbeleid is erop gericht dat de sectoren die de nutriënten in het watersysteem brengen, er gezamenlijk voor zorgen dat de nutriëntenbelasting afdoende afneemt. Deze opgave is in de Maasregio over de sectoren verdeeld naar rato van hun bijdrage in de totale nutriëntenbelasting.

Scenario’s voor 2027

De opdrachtgevers hebben Wageningen Environmental Research gevraagd om te kijken welke maatregelen in de landbouw nodig zijn om door de sector te voldoen aan de KRW-doelen voor stikstof en fosfor. Voor 2018 is berekend hoeveel de belasting dan moet afnemen en wat hierin de opgave is voor het buitenland, waterschap, landbouw en gemeente. Vervolgens is met verschillende scenario’s berekend hoe de opgave voor de landbouw zich richting 2027 ontwikkelt, uitgaande van het huidige mestbeleid, aanvullend beleid voor stikstof en bepaalde ontwikkelingen in de landbouw.

Maatregelen als onderdeel van de stikstofaanpak, zoals aanpassing van stallen en weidegang, verminderen de ammoniakemissie, maar hebben vrijwel geen effect op de uit- en afspoeling naar water. De uitspoeling van nitraat neemt dan zelfs iets toe. Maatregelen uit het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer kunnen effectief zijn om de nutriëntenbelasting van de landbouw te verminderen, vooral voor stikstof. Daarbij is echter wel meer deelname en meer monitoring van effecten van maatregelen noodzakelijk.

Goede landbouwpraktijk

Het onderzoek brengt voor de Maasregio de nutriëntenbelasting van de landbouw naar het oppervlaktewater in beeld voor de huidige situatie en met diverse scenario’s voor de situatie rond 2027. Modelberekeningen, gebaseerd op landbouwtelling- en mesttransportgegevens en de aanname dat regionale overschotten van dierlijke mest niet naar omliggende regio’s worden getransporteerd, geven aan dat in het referentiejaar 2018 in grote delen van Noordoost-Brabant en Noord-Limburg 20 tot 30% meer dierlijke mest is uitgereden dan toegestaan. Een dergelijke overbemesting verslechtert de waterkwaliteit en brengt de KRW-doelen in het geding. De onderzoekers merken wel op dat het van groot belang is dat de aannames van het mestverdelingsmodel steviger worden onderbouwd en onzekerheden beter worden geduid.

Overbemesting is in strijd met de ‘goede landbouwpraktijk’ die de Nitraatrichtlijn vraagt en wordt momenteel bestreden met een gebiedsgerichte aanpak op basis van een risicoanalyse door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. Dit als invulling van de Versterkte Handhavingsstrategie Mest. “Als er geen overbemesting meer is, wordt de opgave voor de landbouw al een stuk kleiner. Maar in veel oppervlaktewateren resteert ook dan nog een belangrijke landbouwopgave om aan de KRW-doelen te kunnen voldoen”, zegt onderzoeker Peter Schipper. “Ook als in die gebieden de nitraatnorm van 50 mg/l in het ondiepe grondwater niet meer wordt overschreden. Het voldoen aan het concentratiedoel van de Nitraatrichtlijn voor ondiep grondwater is dus lang niet overal voldoende om de KRW-doelen voor oppervlaktewater te halen.”

Verdergaande aanpak

Als voorbeelden van maatregelen die wel de nutriëntenbelasting op een effectieve manier kunnen verminderen, noemen de onderzoekers brede bufferzones, bodemverbetering door inzet van meer rustgewassen en het weren van uitspoelingsgevoelige gewassen in beekdalen. “Als op natte gronden dichtbij natuurlijke wateren gras wordt geteeld in plaats van uitspoelingsgevoelige teelten zoals aardappels of vollegrondsgroenten, is het risico op uit- en afspoeling van de meststoffen naar het water veel kleiner, ook voor fosfaat.” zegt Schipper. Deze verdergaande aanpak is te richten op gebieden waar belangrijke restopgaven voor de landbouw liggen, gekoppeld aan de meest effectieve maatregelen. Het Ministerie van LNV neemt deze inzichten mee in de uitwerking van het 7e actieprogramma Nitraatrichtlijn dat momenteel wordt uitgewerkt en in 2022 van kracht wordt.

Lees meer over dit onderwerp

(1)