Nieuws

Voedingssupplementen: meer is niet beter

Door gevarieerd te eten, krijgen de meeste mensen voldoende vitamines, mineralen en sporenelementen binnen. Sommige groepen hebben wel baat bij voedingssupplementen. Het Voedingscentrum biedt een overzicht.

Vitamines, mineralen en sporenelementen zijn essentiële stoffen voor ons lichaam die we alleen via voedsel binnen kunnen krijgen. Bepaalde groepen van de bevolking, zoals zwangere vrouwen, jonge kinderen, mensen met een getinte huidskleur en veganisten, kunnen het risico lopen op een tekort aan deze stoffen. Daarom adviseert het Voedingscentrum deze mensen soms een supplement te gebruiken. Een nieuwe factsheet geeft een overzicht van de adviezen en legt uit waarop die gebaseerd zijn.

Overbodig

Circa 40% van de Nederlanders gebruikt supplementen terwijl dat vaak niet nodig is, schrijft het Voedingscentrum. Sterker nog; overmatig gebruik van bepaalde vitamines of mineralen is niet zonder risico. Een teveel aan bijvoorbeeld vitamine A, D of jodium kan schadelijk zijn voor de gezondheid. Er zijn voedingssupplementen op de markt met hogere doses dan de maximaal aanvaardbare bovengrens, die zijn vastgesteld door de EFSA (European Food Safety Authority). Hoeveel we normaliter dagelijks nodig hebben van elke stof is te vinden in de eerder dit jaar verschenen factsheet ‘Aanbevelingen voor vitamines, mineralen en spoorelementen’.

Doelgroepen

De nieuwe factsheet is bedoeld voor consumenten en professionals die voedingsadvies geven. Meestal zijn het zwangere vrouwen, jonge kinderen en oudere mensen waarvoor specifieke richtlijnen gelden. Maar voor vitamine D vormen ook mensen met een donkere huidskleur of mensen die nauwelijks buiten komen risicogroepen, omdat zij minder vitamine D uit zonlicht kunnen aanmaken.


(Bron foto: Pixabay)