Nieuws

Voedselzekerheid in 2030

In 2015 tekenden 193 landen de Agenda 2030 voor Duurzame Ontwikkeling van de Verenigde Naties. Voedselzekerheid is een van de agendapunten. In 2030 moet de honger in de wereld beëindigd zijn, maar voedselzekerheid is een ingewikkelde puzzel.

Een van de 17 doelen van de 'Agenda for Sustainable Development' van de Verenigde Naties is dat in 2030 de honger in de wereld beëindigd moet zijn. Maar vakblad Management&Techniek schrijft in het dossier 'Voedselzekerheid, een puzzel met vele stukjes' dat er nu een toename is van honger. Hans Dryer van de FAO zegt dat nu 815 miljoen mensen of 11% van de wereldbevolking ondervoed is.

Voedselzekerheid

Centraal in het dossier staat het begrip voedselzekerheid. Het is een begrip dat gaat over de beschikbaarheid van voedsel, toegang tot voedsel en gebruik van voedsel. In 1996 definieerde de Wereldvoedselconferentie voedselzekerheid als de toestand waarin elke persoon op elk moment economisch, sociaal en fysiek toegang heeft tot voldoende, veilig en voedzaam voedsel om aan zijn dieetbehoeftes en voedselvoorkeur te voldoen, en om actief en gezond te kunnen leven. Iedereen moet dus over voldoende voedsel en geschikt kunnen beschikken. Het betekent ook dat wie glutenintolerant is, moet kunnen beschikken over glutenvrije voeding en vegetariërs over vegetarische voeding.

Voedselkwaliteit

In het dossier worden ook andere begrippen besproken die ermee samenhangen zoals voedselveiligheid, voedselkwaliteit en voedselintegriteit. Voedselzekerheid houdt volgens de hierboven beschreven definitie ook in dat het voedsel veilig moet zijn. Voedselkwaliteit gaat over de kenmerken van het product zelf zoals kleur, geur, vorm, smaak, bewaring. Bij voedselintegriteit komen er ook nog extrinsieke waarden en kenmerken bij. Dat zijn kenmerken die betrekking hebben op het productieproces en de omgeving. Je ziet het niet aan het product zelf. Integriteit heeft te maken met duurzaamheid, dierenwelzijn, eerlijke handel, sociale en economische productieomstandigheden.

Voedselsysteem

In het dossier wordt uitgelegd dat voedselzekerheid eigenlijk een relatief nieuw begrip is. Pas in de 19e eeuw was er in de Westerse wereld voor het eerst voldoende voedsel beschikbaar. Door nieuwe transportmogelijkheden konden voor het eerst grote hoeveelheden granen, kaas, of vlees over lange afstand worden getransporteerd van gebieden met overschotten naar gebieden met een tekort. De stoommachine en de daarmee gepaard gaande globalisering en industrialisering was de aanzet voor het voedselsysteem zoals we dat nu nog kennen.

Nutriënten

Voedselzekerheid gaat nu niet meer over de nodige calorieën, maar over meer. Het gaat ook om de noodzakelijke eiwitten en macro- en micronutriënten. Tegenwoordig spreekt de FAO niet meer over 'food security' maar over food and nutrition security (FNS) of voedsel- en nutriëntenzekerheid. Omdat er in 2050 50% meer voedsel zal worden geproduceerd, is de FAO voorstander van duurzame intensivering van de wereldlandbouw. Daarbij zal een wereldwijde verschuiving plaatsvinden naar meer groenten en fruit, meer vlees en meer zuivelproducten.

Gewassen

Het ruim 10 pagina's tellende dossier gaat in op diverse aspecten van voedselzekerheid. Zo is te lezen dat van 91.000 beschreven vaatplantensoorten er 27.600 consumeerbaar zijn door de mens. Daarvan worden er slechts 6.100 in de landbouw en tuinbouw geteeld. 168 soorten kennen een aanzienlijke productie. En slechts negen soorten worden massaal geteeld. Het gaat darbij om suikerriet, maïs, rijst, tarwe, aardappelen, sojabonen, palmolie en cassave of maniok.

Zwitserland

In het dossier wordt Zwitserland uitgelicht, een welvarend land dat zich toch zorgen maakt over de voedselzekerheid. De zelfvoorzieningsgraad voor voedsel bedraagt in dat land 50% tot 60%. Dat betekent dat ongeveer een op de twee Zwitsers zich voedt met ingevoerd voedsel. Een verklaring is de schaarste aan geschikte grond in Zwitserland. Er is slechts 5 are landbouwgrond beschikbaar per inwoner.

(Bron foto: Shutterstock)