Nieuws

Voor schoon drinkwater is duurzame gewasbescherming hard nodig

Bij innamepunten voor drinkwater worden nog steeds resten van gewasbeschermingsmiddelen gevonden, soms in normoverschrijdende concentraties. Daarom is verduurzaming van gewasbescherming hard nodig, vindt Vewin. In 2030 moet de emissie van gewasbeschermingsmiddelen naar drinkwaterbronnen zijn teruggedrongen tot nagenoeg nul.

In de Toekomstvisie gewasbescherming, die minister Carola Schouten in april presenteerd, bestaat de land- en tuinbouw in Nederland in 2030 uit duurzame productie met weerbare planten en teeltsystemen. Ziekten en plagen krijgen veel minder kansen, waardoor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen zo veel mogelijk kan worden voorkomen.

Die visie bouwt voort op de visie over landbouw van september 2018 waarin kringlooplandbouw centraal staat. Door weerbare planten en teeltsystemen en een sterkere binding tussen landbouw en natuur centraal te stellen, is er een sprake van een trendbreuk in het denken over gewasbescherming, aldus die visie.

Normoverschrijding

Die toekomstvisie is opgesteld door het Platform Duurzame Gewasbescherming, waarin verschillende partijen zitting hebben. Naast overheid en landbouworganisaties zijn dat ook organisaties voor natuur en milieu en de watersector. De doelen in de visie zijn meer dan noodzakelijk volgens Vewin, de vereniging van drinkwaterbedrijven in Nederland. Drinkwaterbronnen worden nog steeds bedreigd door gewasbeschermingsmiddelen of hun afbraakproducten, schrijft vakblad Waterspiegel in een artikel.

Het vakblad gaat in het artikel in op de toekomstvisie en onderscheidt drie strategische doelen: weerbare teeltsystemen, het verbinden van land- en tuinbouw met natuur en het terugdringen van emissies. Zo is een van de doelen om in 2023 nagenoeg geen overschrijdingen meer te hebben van de drinkwaternorm en de milieukwaliteitsnormen in oppervlaktewater. Dit betekent dat het aantal overschrijdingen van deze normen ten opzichte van 2013 met respectievelijk 95% en 90% moet verminderen.

Handhaving

Vewin staat achter het beleid, zo is te lezen uit het artikel, omdat uit een recente studie van onderzoeksinstituut KWR blijkt dat nog steeds resten van verschillende gewabeschermingsmiddelen gevonden worden bij de innamepunten van drinkwater uit oppervlaktewater en voorraadbekkens. Daar zitten ook normoverschrijdende concentraties bij. En ook in grondwater dat bestemd is voor drinkwater, komen sporen van gewasbeschermingsmiddelen of afbraakproducten van deze middelen voor.

Maar naast aandacht voor dit beleid is er ook meer aandacht nodig voor toezicht en handhaving van bestaande beleidsmaatregelen, schrijft het vakblad. Zo blijkt uit onderzoek dat veel agrariërs zich in de praktijk onvoldoende bewust zijn van het feit dat er restricties gelden voor gebruik van middelen in grondwaterbeschermingsgebieden. Vewin benadrukt dat de emissie van gewasbeschermingsmiddelen naar drinkwaterbronnen zo snel mogelijk worden teruggedrongen, tot nagenoeg nul in 2030.

Biologie als basis

In het artikel geven vertegenwoordigers van verschillende organisatie hun visie. Zo denk Luk van Duijn van het CTGB (College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden) dat nagenoeg geen emissie haalbaar is. Piet Boonenkamp van brancheorganisatie Artemis ziet een omslag naar een weerbaar teeltsysteem met biologie als basis als essentieel om de doelen te bereiken. En Jelmer Vierstra van Natuur & Milieu denkt dat economische sturing kan helpen door biologische alternatieven goedkoper te maken en toxische middelen duurder.

(Bron foto: WikimediaImages via Pixabay)