Nieuws

Wortelonkruiden aanpakken begint met preventie

In de bollenteelt zorgen een aantal onkruiden voor problemen zoals akkerkers of kiek en heermoes. Maar er zijn meer wortelonkruiden. Het sleutelwoord bij een goede aanpak is preventie.

Wortelonkruiden zijn alle onkruiden die overleven via wortels die in de grond achterblijven. Meestal zijn het meerjarige planten. De aanpak ervan is soms lastig. In de bollenteelt is kiek of akkerkers (Rorrippa sylvestris) een van de meest bekende wortelonkruiden, maar heermoes (Equisetum arvense) is zeker zo lastig, schrijft vakblad Greenity. Heermoes vormt wortels die vrij diep groeien en nooit helemaal weg te halen zijn.

Wortelonkruiden

In het artikel 'Bestrijding wortelonkruid vraagt voorbereiding' worden nog meer probleemsoorten genoemd zoals akkermunt, akkermelkdistel, zeebies, knolcyperus, Inula of Engelse alant en haagwinde. Die laatste soort levert steeds vaker problemen op, aldus het vakblad omdat de wortels vrij makkelijk meegenomen worden en zich zo verspreidt.

Preventie

Bij de bestrijding is preventie het sleutelwoord. Dat begint met een goede voorbereiding. Je moet geen bollen planten op een perceel waar al wortelonkruid aanwezig is. Daarnaast is het belangrijk onderscheid te maken in soorten die al in de grond aanwezig zijn en soorten die met het plantgoed meekomen.

Wortelonkruiden die met de plant meekomen moet je direct in zijn geheel verwijderen, zo voorkom je dat die soort zich in het perceel vestigt. En onkruiden die al in het land aanwezig zijn, zul je met onkruidbestrijdingsmiddelen moeten aanpakken.

Foto Akkerkers, bron: Flickr Andreas Rockstein )